Eind september werd de kerncentrale Doel 3 definitief van het elektriciteitsnet afgekoppeld, eind deze maand gebeurt hetzelfde met Tihange 2. Twee Belgische kerncentrales zullen zo voorgoed gestopt zijn met elektriciteit te produceren. Hoe zal de ontmanteling ervan verlopen en wat gebeurt er met het radioactieve afval?
De ontmanteling van de kerncentrales van Doel en Tihange wordt een groot industrieel project in België, waarbij de samenwerking tussen NIRAS en Electrabel een belangrijke rol zal spelen. Als nucleair exploitant heeft Electrabel de verantwoordelijkheid om dit project tot een goed einde te brengen. Terwijl ook NIRAS haar rol zal vervullen door het radioactieve afval te beheren dat ontstaat bij de ontmanteling van de kerncentrales. Maar vooraleer het radioactieve afval aan NIRAS overgedragen wordt, staat er nog heel wat te gebeuren. Een kort overzicht.
Definitieve stopzetting
Tijdens de fase van definitieve stopzetting (een periode van ongeveer vijf jaar na de stopzetting) wordt de installatie voorbereid op de ontmanteling. Centraal in deze fase staat het verwijderen van alle verbruikte splijtstoffen uit de centrales. De verbruikte splijtstoffen van de kerncentrales koelen vervolgens gedurende enkele jaren af in een desactiveringsdok op de site van de kerncentrales. Nadien worden ze overgebracht naar een opslaggebouw - eveneens op de terreinen van de kerncentrales - waar ze opgeslagen worden voor een periode die kan oplopen tot enkele tientallen jaren.
Ontmantelingsfase
Na het bekomen van een ontmantelingsvergunning worden tijdens de ontmantelingsfase (een periode van circa tien jaar) in hoofdzaak de grote installaties verwijderd; zoals het reactorvat, de stoomgeneratoren, de primaire kring en het biologische schild (de dikke betonnen wand) rondom het reactorvat. Het overgrote deel van het afval (98%) dat hierbij ontstaat is conventioneel afval (beton en metalen) en wordt zoveel mogelijk gerecycleerd. Het resterende afval (2%) is radioactief en bestaat zowel uit laag- of middelactief kortlevend afval als uit laag- of middelactief langlevend afval.
Wat met het laag- of middelactieve en kortlevende afval?
“Een beperkt deel van het laag- of middelactieve en kortlevende afval zal door onze dochteronderneming Belgoprocess verwerkt en geconditioneerd worden”, zegt Thomas Vanthourout, coördinator van de expertisegroep Erkenningen bij NIRAS. “Maar voor het grootste deel van dit afval zal dit ter plaatse (in Doel en Tihange) gebeuren door Electrabel zelf. De nieuwe installaties hiervoor moeten door ons erkend en door het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) vergund worden. Daarnaast zal het afval aan onze acceptatiecriteria moeten voldoen vooraleer het aan ons overgedragen kan worden. Dit afval zal volgens het huidig scenario verpakt zijn in monolieten, dat zijn grote betonnen kisten (caissons) met het verwerkte afval die opgevuld worden met mortel. Deze monolieten zullen nadien in de oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel geborgen worden.”
Wat met het laag- of middelactieve en langlevende afval?
“Voor het laag- of middelactieve en langlevende afval is een andere procedure voorzien”, vervolgt Thomas Vanthourout. “Dit afval zal in speciaal ontworpen verpakkingen (afhankelijk van het soort afval) overgebracht worden naar Belgoprocess in Dessel waar het opgeslagen zal worden in een nieuwe uitbreiding van een bestaand gebouw in afwachting van verdere verwerking en conditionering. Daarna zal dit afval zijn definitieve eindbestemming krijgen in een diepe berging.”
Wat met het hoogactieve kort- of langlevende afval?
De verbruikte splijtstoffen tot slot worden vandaag (nog) niet beschouwd als radioactief afval en vallen onder de verantwoordelijkheid van Synatom, een dochteronderneming van Electrabel. Thomas Vanthourout: “NIRAS houdt wel rekening met de mogelijkheid dat de verbruikte splijtstoffen allemaal het statuut van radioactief afval kunnen krijgen. Verbruikte splijtstoffen zijn hoogactief (categorie C-afval) en zullen gedurende honderdduizenden jaren van mens en milieu afgeschermd moeten worden. Dat zal gebeuren in een diepe bergingsinstallatie.”