Al het radioactieve afval dat vervoerd wordt, heeft als bestemming onze dochteronderneming Belgoprocess in Dessel. Elk transport meldt zich eerst aan bij de toegangscontrole waar de administratieve documenten nagekeken worden voor de vrachtwagen mag binnenrijden. Op de transportdocumenten staat meteen ook het opslaggebouw waar het afval naartoe moet. Maarten Houben, manager receptie en opslag bij Belgoprocess, vertelt er meer over.
“Vooraleer het transport het opslaggebouw binnenrijdt, meten veiligheidstoezichters de straling aan de buitenzijde van de vrachtwagen”, weet Maarten Houben. “Als de straling hoger is dan de toegelaten limietwaarden of de waarden opgegeven in de transportdocumenten, dan mag de vrachtwagen niet verder en is een veiligheidsprocedure van toepassing. Dit is nog nooit gebeurd.” Hieronder schetst Maarten, manager receptie en opslag bij Belgoprocess, de processen voor de verschillende types radioactief afval.
Laagactief afval
Het niet-geconditioneerd laagactief afval wordt gelost in een opslaggebouw waar het gedurende een korte periode (enkele weken tot een jaar) ondergebracht wordt totdat het naar de verwerkingsinstallatie kan. Dat dit niet meteen gebeurt, komt omdat gewacht wordt totdat er voldoende gelijkaardige afvalstromen zijn om samen verwerkt te worden. Eens het verwerkt en geconditioneerd is, zit het afval in een 400-litervat en wordt het overgebracht van de verwerkingsinstallatie naar een opslaggebouw voor geconditioneerd afval.
Het geconditioneerd laagactief afval komt in het opslaggebouw toe in 400-litervaten (rechtstreeks van de afvalproducent of van de verwerkingsinstallatie bij Belgoprocess). Van elk afvalvat worden eerst beelden genomen. Deze dienen om de fysieke toestand ervan tijdens latere controles te kunnen vergelijken met zijn oorspronkelijke toestand. De geconditioneerde afvalvaten worden in het opslaggebouw gestapeld via rolbruggen die bestuurd worden vanuit een afgeschermde controlekamer.
Middelactief afval
Transporten van middelactief afval worden lang op voorhand gepland, ze zijn heel beperkt en dit afval is bijna altijd geconditioneerd. De aanvoer van middelactief niet-geconditioneerd afval gebeurt dan ook zelden. Het lossen van de geconditioneerde 400-litervaten gebeurt in het opslaggebouw voor middelactief afval. De operator haalt elk afvalvat uit de transportverpakking en plaatst het dan via een rolbrug achter een muur. Eens de transportverpakking (nadat hij nagemeten is op potentiële besmetting) uit de ontvangstzone verwijderd is, kunnen de vaten één voor één teruggeplaatst worden op een draaitafel in de ontvangsthal waar de straling aan de zijkant van de vaten gemeten wordt. Ook hier worden er foto’s genomen van elk vat. Zijn de resultaten van de metingen in orde, dan worden de vaten geplaatst op een transportwagen en verder in het gebouw gebracht waar ze via een rolbrug weggezet worden. Elke handeling gebeurt op afstand vanuit de controlekamer.
Hoogactief afval
Transporten met hoogactief afval zijn heel zeldzaam, het laatste dateert van 2018. Dit afval werd al geconditioneerd (onder andere verglaasd) en komt toe in een transportverpakking waar de canisters met het afval zich in bevinden. Bij aankomst in het opslaggebouw wordt de verpakking met de canisters geplaatst in een transferwagen die rijdt naar de volgende zone waar een besmettingsmeting gedaan wordt aan de binnenzijde (zonder dat de verpakking wordt opengedaan). Vervolgens gaat de transferwagen naar de volgende zone waar de verpakking wordt geopend door middel van een brugkraan, de canisters worden een voor een uitgetrokken en gebracht naar de specifieke zone waarvoor ze bestemd zijn.