In België is er tot op heden nog geen beslissing genomen over de eindbestemming van hoogactief en/of langlevend afval. Het vaststellen van een nationaal beleid op dit gebied is een verplichting van de Europese richtlijn 2011/70/Euratom. Om daaraan te voldoen, stelt NIRAS het principe van geologische of ondergrondse berging op Belgisch grondgebied voor als beheeroplossing en eind-bestemming voor dit afval.
De gevraagde beslissing is dus de allereerste beslissingsstap, namelijk wat België van plan is te doen met dit afval. De voorstellen voor concrete plannen – waar, wanneer en hoe dit moet gebeuren – zullen het voorwerp zijn van beslissingen die in latere stadia worden voorgesteld.
NIRAS bevestigt dat zij niet de auteur is van de geografische kaart die in bepaalde media circuleert en die potentiële locaties aangeeft. NIRAS herinnert eraan dat het proces van de keuze van een locatie van een bergingssite niet het voorwerp is van dit voorstel en van de publieksraadpleging. In de milieueffecten-beoordeling die bij het plan hoort, wordt enkel gewag gemaakt van de gastgesteenten die, op basis van internationale praktijken, theoretisch in aanmerking zouden kunnen komen voor berging in België. Het gaat dus om een algemene beschrijving van de Belgische geologie.
Aangezien de geologie, de site, de uitvoeringswijze en de planning niet bekend zijn, moeten de beschrijving en de milieueffectenbeoordeling in dit stadium op een algemeen niveau gebeuren. De milieueffecten zullen steeds verder in detail worden beoordeeld naarmate de oplossing wordt ontwikkeld. Deze beoordelingen, desgevallend met inbegrip van de grensoverschrijdende effecten en de daarbij horende publieksraadplegingen, zullen te gelegener tijd worden georganiseerd overeenkomstig de geldende nationale en internationale voorschriften.
Het Adviescomité SEA, dat volgens de wet van 13 februari 2006 de milieueffectenbeoordeling onderzoekt, preciseerde in november 2019, in het kader van een eerste analyse, dat het niet nodig of mogelijk is in dit stadium de grensover-schrijdende effecten te beoordelen, aangezien er in het voorstel van NIRAS nog geen geografische afbakening heeft plaatsgevonden en het geologische midden nog niet is vastgesteld. Ter wille van een zo groot mogelijke transparantie, in een geest van goede samenwerking en op aanbeveling van het Adviescomité SEA bracht NIRAS alle SEA/Aarhus/Espoo-contactpunten op het niveau van de lidstaten van de Europese Unie op de hoogte vanaf het moment dat de publieks-raadpleging van start ging, namelijk op 15 april 2020. NIRAS kondigde de publieksraadpleging ook aan op de nationale portaalsite van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden.