De opslag van het verwerkte radioactieve afval is een veilige, maar tijdelijke oplossing. Voor het beheer op lange termijn werkt NIRAS duurzame oplossingen uit. De veiligheid van mens en milieu staat daarbij centraal.
In afwachting van een definitieve berging wordt het verwerkte afval tijdelijk opgeslagen in opslaggebouwen in Dessel. De gebouwen zijn zo ontworpen dat ze de straling naar buiten toe afschermen. Een controlesysteem en een strikte beveiliging garanderen de veiligheid van de opslag.
De opslag van het verwerkte radioactieve afval is een veilige, maar tijdelijke oplossing. Voor het beheer op lange termijn werkt NIRAS duurzame oplossingen uit. De veiligheid van mens en milieu staat daarbij centraal.
Het laag-, middel- en hoogactieve afval staat apart opgeslagen in aangepaste opslaggebouwen opgetrokken uit beton. Beton houdt de straling van het afval goed tegen. Hoe hoger de stralingsintensiteit, hoe dikker ook de betonnen muren van de opslaggebouwen.
Opslag van laagactief afval
Het overgrote deel van het afval dat in Dessel wordt opgeslagen heeft een lage stralingsintensiteit. Dat laagactieve afval wordt afgeschermd van de omgeving door betonnen muren van 25 cm dik.
Opslag van middelactief afval
In de opslaggebouwen voor middelactief afval sluiten 80 cm dikke muren van gewapend beton de straling in.
Opslag van hoogactief afval
Het hoogactieve afval wordt afgeschermd door muren van gewapend beton van minimaal anderhalve meter dik. Daardoor is het opslaggebouw zelfs bestand tegen de impact van een neerstortend vliegtuig. Hoogactief afval geeft de eerste tientallen jaren nog warmte af. Die warmte wordt afgevoerd door een krachtig ventilatiesysteem en gebruikt om het gebouw te verwarmen.
Een strikt controlesysteem verzekert de veilige opslag van het afval. Om een veilige opslag te garanderen voert Belgoprocess onder toezicht van NIRAS regelmatig intensieve controles uit op het afval. De vaten die afwijkingen vertonen worden afgezonderd en nadien nog strikter opgevolgd.
Regelmatige controles
Daarnaast gaat Bel V geregeld op inspectie in de opslaggebouwen. Haar inspecteurs controleren of er voldaan is aan de vergunningsvoorwaarden van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC).
Ook de afvalvaten die de opslaggebouwen verlaten, worden gecontroleerd. Ze ondergaan een grondige kwaliteits-controle voor ze geborgen worden in de oppervlaktebergingsinstallatie.
Monitoringsysteem
Alle opslaggebouwen hebben een monitoringsysteem dat waarschuwt wanneer er radioactieve besmetting in het gebouw aanwezig is. Een mogelijke besmetting kan ook nooit uit de opslaggebouwen ontsnappen. De luchtdruk is in de gebouwen immers veel lager dan buiten, waardoor er lucht naar binnen wordt gezogen.
Belgoprocess slaat het afval op in de veiligst mogelijke omstandigheden. Zo worden de opslaggebouwen van de buitenwereld afgeschermd door een dubbele veiligheidszone, beveiligd met prikkeldraad en camera’s. Ook voor de medewerkers gelden uitgebreide veiligheidsmaatregelen. Het stapelen van het afval gebeurt bijvoorbeeld vanop afstand, met afgeschermde besturingssystemen.
Veiligheidszones
Een externe en een interne veiligheidszone, afgebakend met concertinaprikkeldraad, moet indringers weghouden van de opslaggebouwen. Wie toch over het hek probeert te klauteren, wordt verraden door een van de camera’s en bewakingssystemen.
Medewerkers en bezoekers die de interne veiligheidszone willen betreden, moeten door een controlegebouw. Iedereen passeert daar langs de metaaldetector; tassen en rugzakken gaan door de scanner.
Stapelen van het afval
De vaten met laag- en middelactief afval worden gestapeld via rolbruggen die worden bestuurd vanuit een afgeschermde controlekamer. In de opslaggebouwen voor hoogactief afval zet een speciale laadmachine de containers met afval op de juiste plaats. Beide systemen beschermen de medewerkers van Belgoprocess tegen mogelijke straling.