Overslaan en naar de inhoud gaan
Vorige blog

Terugblik op de hoogtepunten van 2023

Francis De Meyere en Marc Demarche

2023 was een belangrijk jaar voor NIRAS met als uitschieter de uitreiking van de nucleaire vergunning voor de oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel. Ook voor de diepe, geologische berging werd een belangrijke stap genomen met het maatschappelijk debat dat georganiseerd werd door de Koning Boudewijnstichting. Directeur-generaal Marc Demarche en voorzitter Francis De Meyere (voorzitter van november 2017 tot mei 2024) blikken in dit interview terug op deze twee en de andere hoogtepunten van 2023. 

Laten we beginnen met het oppervlaktebergingsproject voor laag- en middelactief kortlevend afval in Dessel. Met de publicatie van het koninklijk besluit dat de nucleaire oprichtings- en exploitatievergunning uitreikt, werd een cruciale stap gezet om de oppervlaktebergingsinstallatie te realiseren.

Marc Demarche: “Inderdaad, dit is een heel belangrijke stap voor het project dat nu echt wel concreet wordt. De nucleaire vergunning werd uitgereikt na controle en beoordeling van de vergunningsaanvraag door de Wetenschappelijke Raad, een onafhankelijk orgaan van experts bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). Om die vergunning te krijgen, moest NIRAS de veiligheid van de berging aantonen. Hiervoor heeft NIRAS alle nodige technische en wetenschappelijke argumenten gebundeld in een veiligheidsrapport. Bij dit rapport horen ook heel wat ondersteunende documenten zoals studies en plannen, die samen het veiligheidsdossier vormen. Dat is een lijvig werkstuk van meer dan twintigduizend pagina’s waarin NIRAS tot in het kleinste detail aantoont hoe de veiligheid van de berging verzekerd wordt en hoe mens en milieu afdoende beschermd zullen zijn, zowel op korte als lange termijn.”

Francis De Meyere: “Naast het werk aan het veiligheidsdossier, realiseerde NIRAS tegelijkertijd ook de randinfrastructuur op de bergingssite. Concreet gaat het over drie installaties die dienen om het afval klaar te maken voor en over te brengen naar de bergingsinstallatie. In de caissonfabriek worden betonnen kisten (caissons) geproduceerd. Deze caissons worden vervolgens gevuld met het afval in de Installatie voor de productie van monolieten (IPM), waarna ze worden afgesloten en opgevuld met mortel. Zo ontstaan de monolieten die bestemd zijn voor de bergingsinstallatie. Tot slot is er ook nog de toegangscluster, van waaruit de operatoren de trolleys besturen die deze monolieten een per een van de IPM naar de bergingsinstallatie zullen brengen.”

2018_Oppervlakteberging-Stockage en surface_ONDRAFNIRAS.jpg

In 2024 starten de eerste werken voor de bergingsinstallatie. Zal het eerste afval binnenkort geborgen kunnen worden?

Marc Demarche: “Het gaat eerst over vrij beperkte werken waarmee de zone voor de bouwplaatsinrichting verhard wordt zodat die klaar is voor wanneer de ‘echte’ werken zullen beginnen. De overheidsopdracht voor de bouw van de installatie werd in 2023 gelanceerd en zal in 2024 gegund worden aan een aannemer. Enkele zaken zullen daarna relatief snel opgestart kunnen worden. Maar voor alle bouwwerken die onder de nucleaire vergunning vallen, is het wachten op het hold point ready for construction dat door het FANC gelicht moet worden. Concreet zal het nog enkele jaren duren voordat het eerste afval geborgen zal worden, we mikken hiervoor op 2029.”

Francis De Meyere: “Een essentieel aspect van de oppervlakteberging zijn de fysisch-chemische en radiologische kenmerken waaraan het radioactieve afval moet voldoen om er geborgen te mogen worden. Deze strenge eisen voor het afval werden vastgelegd in het veiligheidsdossier. Een deel historisch afval, dat opgeslagen ligt bij Belgoprocess, werd geproduceerd lang voordat er van deze eisen sprake was. Vooraleer het geborgen kan worden, zal voor dit afval een doorgedreven karakterisering vereist zijn en indien nodig zal het ook verwerkt en (opnieuw) geconditioneerd worden.”

Belangrijk voor de oppervlakteberging is het BASE-project. Wat houdt dat juist in?

Marc Demarche: “Met de oppervlakteberging die dichterbij komt, krijgt het afvalbeheersysteem een nieuwe, laatste stap. Daarbij is het voor de veiligheid cruciaal om het volledige beheerproces te documenteren en onder andere een ‘identiteitskaart’ te hebben van elke monoliet die naar de oppervlakteberging gaat, zodat op elk moment alle informatie erover makkelijk beschikbaar is. Mede daarom werken NIRAS en haar dochteronderneming Belgoprocess een digitaal informatiebeheersysteem uit voor het volledige afvalbeheersysteem, van productie tot en met de finale berging van het afval: BASE (Samen Efficiënt Afval Beheren).”

Onderzoek voor diepe berging

Diepe Berging concept

Welke stappen werden er voor de diepe of geologische berging gezet?

Francis De Meyere: “Nadat eind 2022 het koninklijk besluit gepubliceerd werd dat de principebeslissing bekrachtigt voor diepe berging op Belgisch grondgebied, startte in april 2023 een breed maatschappelijk debat georganiseerd door de Koning Boudewijnstichting: ‘Nu voor morgen’. Het uitwerken van een beheeroplossing voor het hoogactieve en/of langlevende afval is namelijk niet enkel een technisch gegeven, het is essentieel om ook de samenleving in haar geheel erbij te betrekken. Daarom hebben we gevraagd aan de Koning Boudewijnstichting om dit debat te organiseren.”

Marc Demarche: “Dit debat heeft drie grote doelstellingen: ten eerste moet het de principebeslissing van de Belgische regering herbevestigen of wijzigen. Ten tweede moet het de uitwerking mogelijk maken van het besluitvormingsproces dat gepaard zal gaan met de ontwikkeling van een dergelijke oplossing. Dit proces zal meerdere decennia duren en een reeks beslissingen omvatten, waarvan de laatste de keuze van een of meer sites voor de berging zal zijn. Ten slotte moet het de Belgische samenleving bewustmaken voor de herkomst van dit radioactieve afval en de oplossingen om het te beheren. De conclusies ervan worden in de lente 2024 gepresenteerd en zullen als input dienen om een voorstel van tweede koninklijk besluit uit te werken dat het verdere besluitvormingsproces zal vastleggen.”

Nauw gelinkt met het maatschappelijke aspect is de ethische dimensie.

Francis De Meyere: “De uitwerking van een oplossing voor het langetermijnbeheer van dit afval roept ethische vragen op met betrekking tot de intra- en intergenerationele billijkheid, het welzijn en de autonomie die aan de huidige en toekomstige generaties gelaten wordt. Door ethisch onderzoek kunnen we een aantal zaken verduidelijken, met name de mogelijkheid om het afval terug te nemen."

Marc Demarche: “Een van onze collega’s volgt al jaren het ethische aspect op voor NIRAS en schreef in 2023 onder andere mee aan een hoofdstuk voor een internationale wetenschappelijke publicatie. Het desbetreffende hoofdstuk is gewijd aan de ethische kwestie van de verantwoordelijkheid van de huidige generaties ten aanzien van de toekomstige generaties en integreert de elementen van het internationaal recht en de technische beperkingen die op heden bekend zijn. Ook toont het de noodzaak aan om de terugneembaarheid van het geborgen afval tijdelijk te beperken om te voorkomen dat ons streven om de keuzevrijheid van de toekomstige generaties te vrijwaren onze plicht om hen te beschermen in de weg staat.”

Francis De Meyere: “Een andere opvallende publicatie in 2023 kwam van de London Geological Society. Daarin werd een uitgebreide balans opgemaakt van 40 jaar onderzoek naar de veiligheid en haalbaarheid van diepe berging in het ondergrondse laboratorium HADES in Mol.”

Waren er nieuwigheden voor het wetenschappelijk onderzoek rond diepe berging in het ondergrondse laboratorium HADES?

Francis De Meyere: “Na vijf jaar voorbereiding zijn NIRAS en het nucleair onderzoekscentrum SCK CEN gestart met het experiment NEMESIS (NEon diffusion in the MEgaS In Situ experiment) in HADES. Het doel? In situ meten met welke snelheid, in welke mate en in welke richting gasdeeltjes die in het poriënwater van de Boomse klei opgelost zijn zich verspreiden. De snelheid waarmee het gas zich verspreidt, wordt ‘diffusiecoëfficiënt’ genoemd. Door kleinschalige (schaal van een centimeter) laboratoriumproeven beschikken we al over een groot aantal gasdiffusiecoëfficiënten in de Boomse klei. Met NEMESIS kunnen we ze op grotere schaal valideren rond het ondergrondse laboratorium HADES, over een afstand van meer dan een meter en in verschillende richtingen: horizontaal en verticaal.”

Marc Demarche: “Dit experiment kadert trouwens in EURAD-GAS, dat is een internationale werkgroep die het vervoer van gas in kleihoudende materialen bestudeert en geleid wordt door twee van onze medewerkers. Dat gebeurt in het kader van het European Joint Programme on Radioactive Waste Management (EURAD), waarin meer dan vijftig organisaties actief zijn rond het langetermijnbeheer van radioactief afval.”

Ook het onderzoek naar de kosten voor diepe berging mag niet vergeten worden. NIRAS speelde een discrete rol als expert en raadgever voor de regering.

Francis De Meyere: “Het akkoord tussen de Belgische Staat en ENGIE, voor de verlenging van de kernreactoren Doel 4 en Tihange 3, voorziet in een forfaitair bedrag van 15 miljard euro voor de totale kosten van het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof uit de kerncentrales. Een deel van dit bedrag is bedoeld om de toekomstige diepe berging van hoogactief en/of langlevend afval en van verbruikte splijtstof te financieren. Dit bedrag is deels gebaseerd op de meest recente kostenberekening voor diepe berging die we in 2022 hebben gemaakt, op onze analyses van de onzekerheden en risico's die gepaard gaan met de overdracht van verantwoordelijkheden, en op onze studies van alternatieve bergingsscenario's in andere gastgesteenten op verschillende diepten.”

NIRAS heeft de kosten van diepe berging ook vergeleken met die in andere Europese landen.

Marc Demarche: “Het vergelijken van de kosten van diepe berging en algemener de kosten van het beheer van radioactief afval is complex: afvalinventarissen kunnen variëren, net als de aanpak voor de verbruikte splijtstof (rechtstreekse berging of opwerking), de ontwikkelingsgraad van de bergingsprogramma's en de kenmerken van de gastgesteenten. NIRAS heeft deze vergelijking kunnen maken met een aantal agentschappen voor het beheer van radioactief afval in landen die lid zijn van EDRAM (International Association for Environmentally Safe Disposal of Radioactive Materials), waaronder Frankrijk, Zweden, Zwitserland en Finland. Uit deze vergelijkende studie blijkt dat de kosten die we hebben geraamd voor berging in België vergelijkbaar zijn met die in andere Europese landen.”

Nieuwe afvalstromen

2020_Site Fleurus (1)

Over naar onze site in Fleurus waar het jaar eindigde met een aantal belangrijke mijlpalen voor de ontmantelingsoperaties. Waarover gaat het juist?

Marc Demarche: “Best Medical Belgium S.A., een bedrijf dat gevestigd was op de nucleaire site van Fleurus in Wallonië, produceerde medische radio-isotopen en ging in 2012 failliet. Sindsdien is NIRAS belast met de sanerings- en ontmantelingsoperaties die het mogelijk moeten maken de betrokken gebouwen en terreinen te denucleariseren en zo een nieuwe bestemming te geven. Sommige gebouwen werden al gesaneerd, gedeclasseerd en teruggegeven aan de eigenaar: het Institut national des Radioéléments (IRE). In het gebouw waarin twee cyclotrons en een zone met twee hoogbesmette cellen ondergebracht waren, zijn nog altijd ontmantelingsoperaties aan de gang. Eind 2023 waren de twee cyclotrons volledig ontmanteld en werden de twee productiecellen voor radio-isotopen leeggemaakt en ontsmet met een robot.”

Een ander ontmantelingsproject is dat van de kerncentrales. Twee van de zeven kerncentrales, Doel 3 en Tihange 2, werden inmiddels definitief stilgelegd.

Francis De Meyere: “In 2023 vond de Chemische Systeem Decontaminatie (CSD) van Doel 3 plaats in aanwezigheid van medewerkers van NIRAS. In de leidingen van de primaire reactorkring werden diverse chemische producten geïnjecteerd om de radioactiviteit op de binnenwanden van deze leidingen zoveel mogelijk te elimineren. De radioactiviteit werd vervolgens opgevangen door onder meer ionenwisselende harsen. Dit was de eerste keer dat NIRAS een nauwgezette controle uitvoerde bij de productie van radioactief afval tijdens de stopzettingsfase van een kernreactor. NIRAS zal deze ervaring gebruiken om in de toekomst nog meer controles uit te voeren tijdens de stopzettings- en ontmantelingsfase van de kernreactoren.”

Marc Demarche: “Een belangrijk punt, want er zullen heel wat afvalstromen op ons afkomen. In totaal gaat het om een veertigtal afvalstromen, die omvangrijk in hoeveelheid en/of complex qua karakterisering zijn. Deze afvalstromen zullen een erkenningsproces van NIRAS moeten doorlopen: we moeten nagaan of ze voldoen aan onze acceptatiecriteria voordat we ze overnemen. Op die manier zorgen we ervoor dat dit afval op een veilige, duurzame en verantwoordelijke manier beheerd wordt.”

Kerncentrales Tihange © ENGIE Electrabel

Daarmee is de link gelegd met het verlenen van erkenningen aan de producenten van radioactief afval. Iets dat we ondertussen al twintig jaar doen. Waarover gaat het juist?

Marc Demarche: “Producenten van radioactief afval moeten ons via erkenningsdossiers overtuigen dat ze radioactief afval kunnen voortbrengen dat a priori voldoet aan onze voorwaarden: de acceptatiecriteria. NIRAS kan verschillende soorten erkenningen verlenen aan producenten van radioactief afval. Zowel voor hun procedés en methodieken, als voor hun meetapparatuur, verwerkingsinstallaties en verpakkingen. Voor Belgoprocess komt daar nog de erkenning voor de opslaggebouwen bij. Momenteel volgen we iets meer dan honderd erkenningen tegelijk op bij een vijftiental producenten. Uiteraard voeren we daarbij regelmatig inspecties ter plaatse uit op het afval vooraleer we het aanvaarden.”

Het woord acceptatiecriteria is al meermaals gevallen. Waarom zijn deze zo belangrijk?

Francis De Meyere: “De acceptatiecriteria gaan over de fysische, chemische en radiologische samenstelling van het afval. Ze garanderen dat het afval a priori aan onze eisen voldoet zodat we kunnen instaan voor een optimaal beheer ervan gedurende de volgende stappen. Voor het nieuw geproduceerde afval bestemd voor oppervlakteberging gaan we op termijn werken met nieuwe en soms strengere acceptatiecriteria. We hebben trouwens niet gewacht voordat deze officieel gepubliceerd zullen worden om ermee aan de slag te gaan. Zo zijn de producenten zich daar vandaag op onze vraag al grondig op aan het voorbereiden door hun werkwijze en procedures aan te passen. Belangrijk, want eens de nieuwe acceptatiecriteria van kracht zijn, zullen de producenten nieuwe erkenningsdossiers moeten indienen.”

Kritisch evalueren

Hoe staat het met de sanering en ontmanteling van de historische sites BP1 in Dessel en BP2 in Mol?

Francis De Meyere: “Op deze sites, die geëxploiteerd worden door onze industriële dochteronderneming Belgoprocess, bevinden zich gebouwen en installaties die vandaag niet meer gebruikt worden of verouderd zijn. Deze gebouwen en installaties moeten stapsgewijs ontmanteld worden en de bijbehorende terreinen moeten, indien nodig, gesaneerd worden. De sanerings- en ontmantelingsactiviteiten, evenals het beheer van het radioactieve afval dat op de twee sites overblijft of tijdens deze activiteiten gegenereerd wordt, zijn ten laste van de Belgische federale overheid. Daarnaast vereist het dagelijkse beheer van het radioactieve afval ook de bouw van nieuwe gebouwen en installaties om de huidige en toekomstige afvalstromen te verwerken en op te slaan.”

Marc Demarche: “Al deze activiteiten vormen een heel breed takenpakket dat zorgvuldige planning en voorbereiding vereist. NIRAS en Belgoprocess hebben daarom een gezamenlijke toekomstvisie ontwikkeld, tot 2050 voor site BP1 en tot 2056 voor site BP2. Voor elk van deze sites werd een industrieel saneringsplan uitgewerkt: ‘INSAP 1’ & ‘INSAP 2’. Deze plannen vormen de basis van een vijfjaarlijks activiteitenprogramma met bijbehorende begroting voor de periode 2024-2028. Dit programma beschrijft alle activiteiten die op korte termijn op elke site uitgevoerd moeten worden en bevat zowel een ‘industrieel’ luik als een luik ‘sanering en ontmanteling’. Het is op basis van dit vijfjarenprogramma dat NIRAS de financiering vraagt voor de sanering en ontmanteling van de sites BP1 en BP2 ten laste van de federale Staat.”

Iets anders. De hercertificeringsaudit, in het kader van de kwaliteitsnorm ISO 9001, was een mooie bevestiging van de kwaliteit van werken bij NIRAS.

Francis De Meyere: “Deze audit, uitgevoerd door de onafhankelijke certificeringsinstelling DNV, was een succes. Alle processen van NIRAS werden geauditeerd, van sturende processen over kernprocessen tot ondersteunende. Er werd geen enkele non-conformiteit vastgesteld ten opzichte van de eisen die in de norm staan. Er werden slechts enkele observaties en verbeterpunten geformuleerd. We gaan deze aanbevelingen zeker meenemen in onze manier van werken, in het kader van de continue verbetering van de kwaliteit en de veiligheid.”

Vermelden we ook nog de internationale Artemis-missie die in december plaatsvond. Waarover ging dat juist?

Marc Demarche: “Deze toetsingsmissies of peerreviews zijn een geïntegreerde dienst die het International Atomic Energy Agency (IAEA) aanbiedt aan al zijn lidstaten, waaronder België. Het doel is om het nationale kader en het nationale programma van de lidstaten kritisch te toetsen aan de veiligheidsnormen van het IAEA en aan de beste internationale praktijken. Een internationaal team van zeven onafhankelijke experts, gekozen door het IAEA, kwam het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof in België beoordelen. De conclusies, in de vorm van aanbevelingen en suggesties voor België, zullen worden besproken met alle betrokken instanties en voor verder gevolg opgenomen worden in een nationaal actieplan. Op basis daarvan zal het nationale programma ook bijgewerkt worden.”

Over naar Tabloo. In 2023 was het één jaar geleden dat ons bezoekers- en ontmoetingscentrum in Dessel haar deuren opende.

Francis De Meyere: “Tabloo brengt via tal van initiatieven een breed publiek in contact met het thema ‘radioactief afval’ en biedt een thuis voor activiteiten van de lokale bevolking van Dessel en Mol. Dik anderhalf jaar na de opening van Tabloo stond de teller eind 2023 al op meer dan honderdduizend bezoekers. Dat is een prachtig resultaat, maar geen reden om stil te blijven zitten. Daarom neemt Tabloo continu nieuwe initiatieven om haar bezoekersaanbod te versterken. Scholen kunnen naast een bezoek aan de expo nu bijvoorbeeld ook deelnemen aan drie verschillende workshops die aansluiten bij specifieke onderwijsdoelen. Tabloo organiseerde ook haar eerste grote tijdelijke tentoonstelling, in samenwerking met het Jakob Smitsmuseum uit Mol, en het bood op de evenementenweide plaats aan een musical die het 750-jarig bestaan van Dessel vierde.”

Scholen kunnen naast een bezoek aan de expo nu bijvoorbeeld ook deelnemen aan drie verschillende workshops die aansluiten bij specifieke onderwijsdoelen

Voor het personeel was het ook een opmerkelijk jaar met de verhuis van de hoofdzetel.

Marc Demarche:“Centraal in 2023 stond natuurlijk de verhuis van de hoofdzetel. Na meer dan 23 jaren in de Kunstlaan, namen we onze intrede in de Koning Albert II-laan, vlak bij het Noordstation. Begin november organiseerden we twee welkomstdagen voor al onze collega's. Een gelegenheid voor elkeen om onze gloednieuwe werkomgeving te ontdekken en te verkennen. De nieuwe werkplekken werden ontworpen met de focus op een ergonomische, inspirerende en duurzame omgeving, zodat iedereen in optimale omstandigheden kan werken en de samenwerking tussen onze teams wordt gestimuleerd. We zijn klaar voor de toekomst!”