Overslaan en naar de inhoud gaan

Radiumhoudend afval

Tussen 1922 en 1977 exploiteerde het vroegere Union Minière (sinds 2001 Umicore) een radium- en uraniumfabriek in Olen, nadien werd deze ontmanteld. De activiteiten van de fabriek liggen aan de basis van een aantal zeer heterogene radiologische verontreinigingen op de terreinen van Umicore Olen en in de omgeving. Het gaat zowel over vergunde opslaginstallaties en stortplaatsen met radioactief verontreinigde materialen, als over terreinen die verspreide radioactieve verontreiniging vertonen.

Opslaginstallaties en stortplaatsen

Umicore Olen

Er zijn drie vergunde opslaginstallaties met niet-geconditioneerde radioactieve materialen:

  • De UMTRAP-opslaginstallatie (klasse II) bevat (1) radiumbronnen, residu’s van uraniumontginning en radiumrijke residu’s, opgeslagen in betonnen bunkers en overdekt met een koperen insluiting, (2) radiumarme residu’s opgeslagen in silo’s tussen de bunkers en (3) diverse residu’s en besmette aarde die de ruimtes tussen de silo’s en de bunkers opvullen. Het geheel is overdekt met een afdeklaag die bestaat uit klei, zand en grind.
  • De Bankloopinstallatie bevat radiumhoudend afval afkomstig van de sanering van het beekje de Bankloop. Dit beekje werd in het verleden gebruikt om vloeibare effluenten van de fabriek af te voeren naar de Kleine Nete.
  • Opslag 2016 (of LRA-installaties) bevat radiumverontreinigde grond die afkomstig is van infrastructuurwerkzaamheden op het terrein van Olen en van de sanering ervan.

Er zijn twee radiumverontreinigde stortplaatsen:

  • Stortplaats D1 bevindt zich buiten de site van Umicore in Olen. Op dit terrein is radiumhoudend en chemisch afval aanwezig. Een deel daarvan bevat ontmantelingsafval van de vroegere radiumlaboratoria met heterogene radiumconcentraties. Deze stortplaats bevat eveneens materialen afkomstig van de sanering van besmette straten in Geel en Olen. 
  • Stortplaats S1, ook wel ‘Bruine Berg’ genaamd, bevat chemisch afval waarvan een deel radiumbesmet is. Deze radioactieve besmetting is afkomstig van het baggerslib van de Bankloop en waarschijnlijk ook van het slib geproduceerd tijdens de sanering van de site.

Strategie van de bevoegde autoriteiten

rood-fabriek-icoon.jpg

In het verleden zijn veel inspanningen gebeurd om de radiologische verontreinigingen nauwkeurig in kaart te brengen en om de gevolgen voor mens en milieu in te schatten. Zo zette het ministerie van Volksgezondheid in het begin van de jaren negentig campagnes op om de besmetting te karakteriseren. Ook waren er initiatieven voor sanering, waarbij in 2007 de Bankloop effectief gesaneerd werd en de resulterende saneringsmaterialen opgeslagen werden. Maar tot een globaal saneringsplan is het nooit gekomen.

Daarom hebben het FANC en NIRAS, in dialoog met Umicore en OVAM, voortgewerkt aan de ontwikkeling van een allesomvattende aanpak van de verontreiniging in Olen, met uitzondering van de UMTRAP-opslaginstallatie, waarvoor een specifiek beslissingsproces ontwikkeld zal worden. Dat leidde in eerste instantie tot de publicatie in 2020 van een gezamenlijk visiedocument van het FANC en NIRAS voor de aanpak van de verontreinigingen bij Umicore Olen. Deze visie is gebaseerd op een scheiding van de verontreinigde materialen in vier fracties:

  • Een verwaarloosbare fractie van de besmetting (minder dan 0,1 Bq/g) vereist geen specifieke behandeling;
  • Een fractie van een matige besmetting (tussen 0,1 en 15 Bq/g) moet niet als radioactief afval beschouwd worden. Hoewel niet verwaarloosbaar, kunnen de risico's van een dergelijke besmetting beheerst worden met dezelfde methoden die toegepast worden op niet-radioactieve besmetting;
  • Een fractie van een significante verontreiniging (tussen 15 en 1.000 Bq/g) zal als radioactief afval beheerd moeten worden en kan geborgen worden in een ondiepe berging;
  • Een fractie van de acute besmetting (meer dan 1.000 Bq/g) zal als radioactief afval geborgen moeten worden in een geologische bergingsinstallatie.

Interactie met stakeholders

Het FANC en NIRAS zijn de dialoog aangegaan met de stakeholders – in de eerste plaats Umicore en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) - om het visiedocument te vertalen in concrete acties. De principes van de visienota werden al afgestemd met UMICORE en OVAM. Er zijn werkgroepen opgericht om te werken aan de verschillende aspecten van de saneringsoplossing:

  • De centralisatie van de bestaande documentatie over de verontreiniging;
  • Het verzamelen van aanvullende gegevens over de karakterisering van de verontreiniging en de gevolgen ervan;
  • De ontwikkeling van saneringsopties;
  • De identificatie van de nog te voltooien elementen van het wetgevend kader.