Met het verkrijgen van de nucleaire vergunning zet NIRAS een grote stap vooruit met het oppervlaktebergingsproject in Dessel. Onze collega Elise Vermariën, verantwoordelijk voor de veiligheidsevaluaties van de oppervlakteberging, blikt terug op een proces van bijna 20 jaar.
Wist je dat om de nucleaire vergunning te verkrijgen, NIRAS een veiligheidsdossier samenstelde van meer dan 20.000 pagina’s? Daarin tonen we tot in het kleinste detail aan hoe de veiligheid van de berging verzekerd zal worden en hoe mens en milieu afdoende beschermd zullen zijn.
Waarom hebben we een nucleaire vergunning nodig voor de oppervlaktebergingsinstallatie?
“De geplande bergingsinstallatie is een nucleaire installatie en daarvoor is een oprichtings- en exploitatievergunning vereist. Deze vergunning legt de voorwaarden vast waaraan NIRAS moet voldoen om de bergingsinstallatie in Dessel te mogen bouwen en exploiteren. Zo’n nucleaire vergunning wordt afgeleverd bij koninklijk besluit nadat de vergunningsaanvraag gecontroleerd en positief beoordeeld werd door de Wetenschappelijke Raad, een onafhankelijk orgaan van experts bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC).”
Wat moest deze vergunningsaanvraag allemaal bevatten?
“Centraal in de vergunningsaanvraag staat het aantonen van de veiligheid van de berging. Hiervoor hebben we alle nodige technische en wetenschappelijke argumenten gebundeld in een veiligheidsrapport. Bij dit rapport horen ook heel wat ondersteunende documenten zoals studies en plannen, die samen het veiligheidsdossier vormen. Dat is een lijvig werkstuk van meer dan twintigduizend pagina’s waarin we tot in het kleinste detail aantonen hoe de veiligheid van de berging verzekerd wordt en hoe mens en milieu afdoende beschermd zullen zijn, zowel op korte als lange termijn.”
Veiligheid centraal
In 2006 gaf de federale regering groen licht voor de ontwikkeling van het oppervlaktebergingsproject in Dessel. Toch duurde het nog zeven jaar voordat NIRAS de nucleaire vergunning aanvroeg. Wat is er in die periode gebeurd?
“Eerst hebben we een methodologie moeten uitwerken om het veiligheidsrapport op te stellen, waarna we aan het rapport zelf begonnen zijn. Dat heeft algauw meerdere jaren in beslag genomen. Het was een totaal nieuwe opdracht voor ons, omdat de veiligheid voor een bergingsinstallatie niet alleen op korte, maar ook op lange termijn (honderden tot duizenden jaren) aangetoond moet worden. Dat is fundamenteel verschillend van de opslaggebouwen op de site in Dessel. In 2011 waren we klaar om een eerste versie van ons veiligheidsrapport te onderwerpen aan een internationale peer review onder leiding van het NEA (Nuclear Energy Agency). De beoordeling was vrij gunstig, het FANC had nog wel een aantal fundamentele bemerkingen. Het is een erg complex dossier waar de veiligheid centraal staat, en het is bovendien de eerste keer dat er in België een dergelijke installatie gebouwd zal worden.”
Na de peer review besloot NIRAS om de nucleaire vergunning aan te vragen, dat was in 2013. Wat was het resultaat hiervan?
“Na grondig nazicht verklaarde het FANC het dossier onvolledig. Een van de belangrijkste punten was de vraag om de evaluatie van de veiligheid op lange termijn nog meer systematisch aan te pakken: eerst de verwachte evolutie in detail beschrijven, dan de nodige modellen ontwikkelen die voldoende representatief zijn, dan de mogelijke bedreigingen beschrijven en hun effecten begroten. Het opzetten en toepassen van dat proces heeft meerdere jaren gevraagd. In totaal stelde het FANC ons een driehonderdtal technische en wetenschappelijke vragen waarop we een antwoord moesten formuleren. Bijvoorbeeld over het gedrag van de grondwatervoerende lagen onder de bergingssite. Of nog over het corrosierisico van de hijsankers aan de monolieten die gebruikt worden om ze in de bergingsmodules te plaatsen. Het beantwoorden van de vragen was een tijdrovend en arbeidsintensief proces dat ook nieuwe studies vergde. Eind 2017 hadden we formeel geantwoord op alle vragen. Maar die moesten nog allemaal geïntegreerd worden in het veiligheidsrapport, wat ook weer een dik jaar in beslag genomen heeft.”
Internationale primeur
NIRAS diende het dossier in 2019 opnieuw in. Datzelfde jaar nog gaf de Wetenschappelijke Raad een gunstig voorlopig voorafgaand advies. Dat ging snel.
“Het FANC en een aantal leden van de Wetenschappelijke Raad zaten in een werkgroep die regelmatig geïnformeerd werd over ons werk tijdens de voorgaande jaren. Zo konden ze al tussentijdse inhoudelijke beoordelingen van de nieuwe studies en aanvullingen maken. Mede daardoor en omdat er geen fundamentele vragen meer rond de veiligheid waren, konden we eind 2019 een gunstig voorlopig voorafgaand advies ontvangen. De Wetenschappelijke Raad vroeg een aantal extra studies en aanvullingen. Ondertussen mocht het veiligheidsdossier zoals de procedure voorschrijft voor advies naar de omliggende gemeenten (Dessel, Geel, Kasterlee, Mol en Retie), de provincie Antwerpen en de Europese Commissie. Hun adviezen zouden dan samen met onze aanvullingen een tweede keer voorgelegd worden aan de Wetenschappelijke Raad.”
Kan je een voorbeeld geven van zo’n extra studie die gevraagd werd?
“We moesten onder meer onderzoek doen naar de werking op lange termijn van de verschillende barrières die het afval afzonderen en de radioactieve stoffen insluiten. Dat die barrières er samen voor zullen zorgen dat het afval geen gevaar vormt voor mens en milieu, hadden we al aangetoond. Maar we wisten nog niet in welke mate de onderdelen waaruit elke individuele barrière bestaat hiertoe precies bijdragen. Daarom hebben we systematisch onderzocht en beschreven welke rol de verschillende onderdelen en materialen van de monolieten, de bergingsmodules en de afdekking spelen in de langetermijnveiligheid. Dat deden we op basis van onze kennis over de eigenschappen van die barrières, maar ook via extra modelleringen. Die laatste hielpen om verdere inzichten te verwerven. Deze studie was een internationale primeur.”
Hoe verliep het verder?
“Eind 2022 waren we rond met het beantwoorden van de laatste vragen en het uitvoeren van de gevraagde studies en aanvullingen. We hebben deze ingediend bij het FANC en op 24 februari 2023 gaf de Wetenschappelijke Raad een gunstig voorlopig advies voor de nucleaire oprichtings- en exploitatievergunning die nodig is om de oppervlaktebergingsinstallatie te realiseren. NIRAS liet weten geen opmerkingen hierop te hebben, waardoor het advies definitief werd. De volgende stap was het koninklijk besluit dat de nucleaire vergunning uitreikt. Dit KB werd op 16 mei 2023 gepubliceerd, een heel belangrijke mijlpaal voor het project.”