Jérémie Moerenhout is coördinator Erkenningen voor al het niet-geconditioneerde radioactieve afval, alsook voor het geconditioneerde afval dat door onze industriële dochteronderneming Belgoprocess geproduceerd wordt. In dit interview legt hij de rol van het team Erkenningen uit aan de hand van een heel concreet voorbeeld: een nieuwe betonmatrix die Belgoprocess gebruikt in de CILVA-installatie (Centrale infrastructuur voor de verwerking van laagactief vast afval).
Voor Belgoprocess de erkenning van NIRAS verkreeg, onderging het nieuwe procedé een heel gedetailleerd proces. Waaronder een haalbaarheidsvoorstudie, een testprogramma, een technische analyse en een audit ter plaatse.
Jérémie, vertel ons eerst wat over de rol van het team Erkenningen.
Jérémie: “Wij controleren of de sorteer-, conditionerings- en karakteriseringsmethodes die de producenten toepassen, afval genereren dat voldoet aan de acceptatiecriteria (‘ACRIA’s) die door NIRAS bepaald zijn. Meer concreet moeten de producenten ons een technisch dossier bezorgen, waarin ze in detail beschrijven hoe ze hun afval zullen beheren om aan te tonen dat hun installaties, procedés, karakteriseringsmethodes en meetapparatuur aan onze criteria voldoen. Deze criteria zijn van fysisch-chemische en radiologische aard. Onze erkenningen hebben ook betrekking op de opslaggebouwen en de primaire verpakkingen van het afval. Zo zorgen we ervoor dat ze de tand des tijds goed doorstaan.
Als de analyse van dit technisch dossier en de audit op de site van de producenten positief zijn, verlenen we een ‘erkenning’ voor een periode van maximaal vijf jaar. Deze erkenning bewijst dat het geproduceerde afval a priori aan onze criteria voldoet en dus door ons overgenomen kan worden. Tijdens de eigenlijke industriële productie van het afval neemt ons team Acceptatie het van ons over en controleert het of dit wel degelijk het geval is.”
Hoeveel mensen werken er in het team?
Jérémie: "We zijn met 21 mensen met heel uiteenlopende profielen: zelf ben ik industrieel ingenieur in fysische en nucleaire technieken, gespecialiseerd in nucleaire metrologie. Mijn collega's hebben andere specialiteiten in natuurkunde of scheikunde, die bijvoorbeeld aangevuld kunnen worden met opleidingen in betontechnologie. We hebben dus de nodige expertise in huis om dit erkenningswerk voor elke productie van afval uit te voeren. Om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de behoeften van elke producent, hebben we voor elk van hen contactpersonen binnen het team.”
Je had het over de erkenning van een nieuw immobilisatieprocedé. Welk traject legde Belgoprocess af om deze erkenning te verkrijgen?
Jérémie: “In 2021 diende Belgoprocess een erkenningsaanvraag in voor een procedé waarbij radioactief afval met een nieuw soort beton in vaten geïmmobiliseerd en gestabiliseerd wordt. Beton is namelijk een van de materialen die gebruikt worden om radioactiviteit in te kapselen. In ons jargon spreken we over een ‘betonmatrix’. Ons werk bestond er dus in na te gaan of dit nieuwe beton de radioactiviteit voldoende immobiliseerde voordat we onze erkenning uitreikten.
Voor elke nieuwe erkenningsaanvraag is onze methodiek vrij klassiek: we starten met een haalbaarheidsvoorstudie en ontwikkelen dan een testprogramma, in samenwerking met de afvalproducent en ons RD&D-team (Research, Development & Demonstration). In dit geval vroegen we Belgoprocess vaten te produceren met fictief niet-radioactief afval en met het nieuwe beton, en een aantal elementen te controleren: wordt het afval correct omhuld en geïmmobiliseerd door het beton? Ontstaan er scheurtjes of onverwachte reacties die de betonmatrix kunnen fragiliseren en de insluiting van het afval in gevaar kunnen brengen? Wat met afval dat aluminium bevat? Aluminium reageert namelijk met beton, waardoor gas vrijkomt en luchtbellen gevormd worden die in de betonmatrix geïmmobiliseerd worden en de matrix kwetsbaar kunnen maken. Daarom moet het mogelijk zijn een reactieremmer toe te voegen.”
Wat waren de resultaten van dit programma?
Jérémie: “De resultaten voldeden aan onze eisen en criteria. Belgoprocess stelde een technisch dossier op met een volledige beschrijving van het immobilisatieprocedé met het nieuwe beton (beschrijving van de inputs, herkomst, aandeel van de inputs in het eindproduct en het gieten in de vaten).
We hebben het dossier zorgvuldig geanalyseerd. Na deze analyse en een audit ter plaatse om na te gaan of de realiteit op het terrein overeenstemde met het technisch dossier, hebben we twee erkenningen verleend die twee jaar geldig zijn. De eerste erkenning gaat over de conditioneringslijn voor persbaar metaalafval (met of zonder aluminium), de tweede over de conditioneringslijn voor niet-persbaar metaalafval. Beide erkenningen hebben betrekking op de CILVA-installatie waar vast laagradioactief afval verwerkt en geconditioneerd wordt. Er lopen momenteel ook vijf erkenningsaanvragen voor de conditionering van andere afvalcategorieën.”
Een afvalproducent moet dus verschillende erkenningen krijgen?
Jérémie: “Jazeker. Elke erkenning is specifiek: ze kan betrekking hebben op een afvalproductielijn, een opslaggebouw voor het afval, een meetinstrument ... Als je benieuwd bent naar andere voorbeelden van erkenningen, verwijs ik graag naar het interview met Karlijn over de installaties die Belgoprocess binnenkort zal exploiteren voor de oppervlakteberging, en het interview met Antonio over meetinstrumenten. Lees zeker ook het interview met Thomas, die dieper ingaat op de erkenningsaanvragen voor de ontmanteling van de kerncentrales van Doel en Tihange.”
Er is dus nog toekomst in de sector van het radioactieve afval?
Jérémie: “Zonder enige twijfel. Een toekomst die bovendien heel uitdagend is: tussen het routinewerk aan de ene kant, en de ontmanteling van de kerncentrales en de bouw van de oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel aan de andere kant, is er werk in overvloed.”