De installatie zal zo’n 350 jaar onder actief toezicht staan. NIRAS bouwde daarvoor een uitgebreid monitoring-programma uit. Zowel de werking van de installatie zelf als de omgeving zullen nauwgezet worden opgevolgd.
De installatie zal zo’n 350 jaar onder actief toezicht staan. NIRAS bouwde daarvoor een uitgebreid monitoring-programma uit. Zowel de werking van de installatie zelf als de omgeving zullen nauwgezet worden opgevolgd.
Om na te gaan of de installatie werkt zoals gepland zal NIRAS onder meer de betonnen structuren in de gaten houden. De temperatuur, de vochtigheid en de toestand van het beton van de modules zullen permanent worden gecontroleerd.
NIRAS volgt de evolutie van het beton ook op met ‘getuigenstructuren’: betonnen onderdelen die worden blootgesteld aan gelijkaardige omstandigheden als het beton van de modules. Ze helpen om de toestand van het beton beter in te schatten.
Onder elke bergingsmodule komt er bovendien een inspectieruimte. Via die ruimte controleren robottoestellen de modules op scheuren en doorsijpelend water. Indien nodig worden er maatregelen getroffen.
Water dat eventueel doorsijpelt naar de bergingsmodules wordt opgevangen door een drainagesysteem en vervolgens geanalyseerd.
NIRAS controleert niet enkel de goede werking van de oppervlaktebergingsinstallatie zelf. Ook de omgeving zal ze van dichtbij opvolgen. Zo zal NIRAS toezicht houden op de omgevingslucht, de bodem en het grond- en oppervlaktewater rond de installatie.
De eerste bodem- en grondwaterstalen werden genomen in 2013, vóór de bouw van de bergingsmodules. Dankzij die nulmetingen kan NIRAS haar meetwaarden in de toekomst vergelijken met de vroegere toestand van de omgeving rond de modules.