Het grootste deel van de toekomstige oppervlakte-bergingssite voor laag- en middelactief kortlevend afval in Dessel blijft onbebouwd. Op dat uitgestrekte terrein zet NIRAS samen met de partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol) in op natuurbeheer. Hun doel: de biodiversiteit en de zachte recreatie stimuleren. Dit alles gebeurt onder toezicht van het Agentschap Natuur en Bos.
De voorbije maanden vonden er verschillende natuurherstelwerken plaats in het onbebouwde gebied, dat meer dan 70 hectare groot is. Arne Berckmans van NIRAS geeft een stand van zaken.
Heideherstel
“We zetten in de eerste plaats in op het herstel van de oorspronkelijke heidevegetatie op de site. Die is door de jaren heen grotendeels overwoekerd door het pijpenstrootje, een hardnekkige grassoort. Het pijpenstrootje kan verwijderd worden door plaggen: een techniek waarbij de bovenste laag begroeiing wordt afgeschraapt waardoor de onderliggende heide kan opschieten.”
NIRAS laat het plaggen in fases uitvoeren om te voorkomen dat er overal jonge heide groeit. Arne Berckmans: “Een mix van jonge en oudere heide is minder gevoelig voor het heidehaantje, een kever die heel wat schade kan berokkenen. Daarnaast kan je schapen laten grazen op zones met veel pijpenstrootje. Zo wordt de plant onderdrukt en krijgt de heide weer de kans om te ontkiemen.”
Het heideherstel werd ook bevorderd door het weghalen van vier grote Amerikaanse eiken. “Heide is een gewas dat veel zonlicht nodig heeft. Groeien er te veel bomen tussen, dan verdwijnt de heide op een natuurlijke manier en ontstaat er bos. Dat willen we vermijden door sporadisch bepaalde bomen te verwijderen.”
Kleine landduin
In het midden van het heidegebied liet NIRAS onlangs ook een lager gelegen deel van het landschap afgraven tot een zachte glooiing. “Zo creëerden we een licht hellende zandstrook gericht naar het zuiden waar amfibieën kunnen zonnebaden. We hopen er ook insecten als solitaire zandbijen en harkwespen te verwelkomen, of zangvogels als de boomleeuwerik en de tapuit.”
Exoten verwijderen
Een ander actiepunt in het beheerplan is het rooien van exotische planten- en boomsoorten, zoals de Amerikaanse vogelkers en de Amerikaanse eik. “Dat doen we om ruimte te geven aan struiken en bomen die hier wel van nature voorkomen”, zegt Arne Berckmans. “In het voorjaar werden heel wat exoten weggehaald. De zaailingen die nadien weer opschoten, lieten we wegmaaien.”
“Maar we planten ook bomen aan op de site. De vijftien grote zomereiken die enkele jaren geleden bijvoorbeeld zijn omgewaaid langs de Hooibeek, vervangen we deze herfst door nieuwe exemplaren. Op een ander deel van de site planten we binnenkort een groenscherm om de caissonfabriek grotendeels aan het zicht te onttrekken. Dat zal bestaan uit inheemse soorten als hulst, wintereik, gaspeldoorn en brem.”
Beter wandelpad
Vandaag kan je al een mooie herfstwandeling maken over de oppervlaktebergingssite, aldus Arne Berckmans. “Het bestaande pad langs de Hooibeek, dat loopt van het Prinsenpark tot vlak bij de werf van bezoekerscentrum Tabloo, leent zich daar perfect voor.”
Zoals aangekondigd in een vorige blog zal een deel van dat brede pad verhard worden met dolomiet om het beter toegankelijk te maken bij slecht weer. “De vergunning daarvoor ontvangen we deze maand. Wanneer de werken effectief van start gaan, zal afhangen van de weersomstandigheden.”
Midden 2021 is de bewegwijzering langs het pad wellicht af en kunnen de eerste wandelaars het komen verkennen.
(met dank aan Roger Damen voor de mooie foto's van de heide!)