Aanpassing van de financiering van het langetermijnbeheer van radioactief afval
Het financieringssysteem van NIRAS werd aangepast door een wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 dat de opdrachten van de instelling bepaalt en haar werking organiseert. Deze wijziging, die gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 18 juni 2014, bepaalt een reeks principes, 'leidende beginselen' genoemd, die de leidraad moeten vormen voor het stijven van het Fonds op lange termijn, een fonds dat beheerd wordt door NIRAS en dat specifiek gewijd is aan het langetermijnbeheer van radioactief afval. NIRAS noemt deze aanpassing een belangrijke stap vooruit in het veiligstellen van de financiering van haar activiteiten.
Het Fonds op lange termijn
Het Fonds op lange termijn heeft tot doel de financiering te verzekeren van de kosten van het langetermijnbeheer van het radioactieve afval, vooral de kosten van de opslag en de berging van het afval. Het wordt gestijfd door retributies voor rekening van de producenten van radioactief afval, overeenkomstig het beginsel 'de vervuiler betaalt'. In de praktijk storten de producenten een bedrag telkens als ze afval aan NIRAS overdragen. Dat bedrag stemt overeen met het resultaat van de vermenigvuldiging van het volume afval dat overgedragen wordt met de retributie die op dat afval van toepassing is. De tarieven worden vastgelegd in overeenkomsten tussen de producenten en de instelling. Daarom spreekt men van contractueel systeem.
Dat systeem, dat steunde op de mogelijkheid om eventuele onderfinancieringen te compenseren door een herziening van de tarieven voor de overname van het toekomstige afval, bereikt langzamerhand zijn grenzen, omdat de hoeveelheden van dat afval blijven afnemen. De leidende beginselen hebben onder meer tot doel deze toestand te verhelpen.
De leidende beginselen
Door de recente wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 worden de hiaten in de financiering van het langetermijnbeheer opgevuld en is de stabiliteit ervan gegarandeerd, aangezien ze het behoud van het contractuele systeem formaliseert.
De leidende beginselen die door deze wijziging worden vastgesteld, bepalen onder andere dat de retributies verschuldigd zijn door de producenten zolang niet alle kosten die noodzakelijk zijn voor het langetermijnbeheer van hun afval gedekt zijn. En ook al moeten de retributies in principe nog altijd gestort worden op het ogenblik van de overname van het afval door NIRAS, mag deze laatste voortaan vervroegde stortingen vragen, om er zeker van te zijn dat ze op elk moment over voldoende middelen beschikt en zo de continuïteit van het beheer op lange termijn te verzekeren.
Aangezien het onmogelijk is om de eventuele onderfinancieringen voortdurend door te berekenen in de kosten van de overname van het toekomstige afval, bepalen de leidende beginselen voortaan dat de berekening van de retributies niet alleen op het geplande afval moet steunen, maar ook op het afval dat al overgenomen is. Als op het ogenblik van de berekening wordt vastgesteld dat de geheven middelen niet volstaan om de activiteiten inzake het beheer op lange termijn te dekken, moet het verschil worden bijgepast volgens de regels die NIRAS en de producenten overeengekomen zijn.
Deze wijzigingen gaan gepaard met een aanpassing van de structuur van het fonds. Dat moet voortaan drie verschillende compartimenten bevatten die respectievelijk bestemd zijn voor de opslag, de oppervlakteberging (gekozen oplossing voor laag- en middelactief en kortlevend afval – afval van categorie A) en de geologische berging (overwogen oplossing voor hoogactief en/of langlevend afval – afval van de categorieën B en C). Elk van deze compartimenten bestaat uit drie subcompartimenten die respectievelijk betrekking hebben op de bouw van de infrastructuren, de exploitatie en de ontmanteling (in geval van opslag) of de sluiting (in geval van berging) ervan. Deze nieuwe structuur verbetert de traceerbaarheid van de door de producenten gestorte retributies en de transparantie van het beheer van het fonds.