Ook de bekendste producent van radioactief afval in ons land heeft nood aan erkenningen van NIRAS. Collega Thomas Vanthourout volgt de dossiers bij Electrabel op, zowel voor het afval dat ontstaat bij de dagelijkse werking van de kerncentrales als tijdens de ontmanteling ervan.
Laten we eerst naar de dagelijkse activiteiten kijken voor de stroomproductie in de kerncentrales. Welke erkenningen heeft Electrabel hiervoor nodig?
Thomas: “Voor Electrabel is de situatie heel simpel. Ze hebben elk type erkenning nodig, uitgezonderd die voor opslaggebouwen voor geconditioneerd radioactief afval. Die erkenningen zijn nodig zowel voor de site van Doel als die van Tihange. Hoewel het voor de twee sites in wezen om hetzelfde afval gaat, zitten er toch vaak kleine nuances in de praktische werkwijzen, waardoor voor beide dus aparte erkenningen vereist zijn. Momenteel telt Electrabel voor zijn site in Doel tien erkenningen en voor zijn site in Tihange twaalf. Daarnaast heeft Electrabel ook één erkenning op corporate niveau, namelijk dat voor de primaire verpakking van het geconditioneerde afval: de 400-liter vaten. Deze vaten worden op dezelfde locatie en op dezelfde manier geproduceerd voor de twee sites en zijn dus volledig identiek. Daarom volstaat hiervoor dus één erkenning.”
Kan je wat meer over die vaten vertellen?
Thomas: “Er zijn uiteraard specifieke acceptatiecriteria voor zo’n 400-liter vat. Maar op zich is het een stabiele uitrusting: als er niets wijzigt aan het design en de gebruikte materialen gaat het om een geroutineerde erkenning. Toch blijven we de vinger aan de pols houden. Er zijn altijd evoluties qua normeringen, die volgen we op en checken we. Wat deze uitrusting wel bijzonder maakt is dat Electrabel deze vaten niet zelf maakt, maar de productie ervan uitbesteedt. Electrabel gaat zelf ter plaatse bij de contractant een afnamekeuring van een lot vaten doen. Tijdens de noodzakelijke audit, auditeren wij dus niet de contractant maar wel Electrabel die de afnamekeuring doet.”
Er komen ook nieuwe projecten en dus nieuwe erkenningen bij.
Thomas: “Inderdaad, een belangrijk project waar we dit en volgend jaar op focussen is de nieuwe conditioneringsinstallatie die op de site van Doel gebouwd wordt. Deze zal een volledig nieuw erkenningstraject moeten doorlopen, wat veel complexer en omvangrijker is dan een erkenning die verlengd wordt. Om zo efficiënt mogelijk te zijn, werken we al in de projectfase nauw samen met Electrabel door heel wat informatie uit te wisselen en door ter plaatse te gaan. Dit helpt om vroegtijdig in een projectfase onze verwachtingen duidelijk te kunnen stellen en het daaropvolgende formele erkenningstraject vlotter te laten verlopen. Eens de installatie geplaatst is, dient Electrabel een erkenningsdossier en bijhorende erkenningsaanvraag in. Daarna volgen de analyses van het dossier door NIRAS en doen we een audit. Bij een eerste erkenning is er nog een derde stap: de analyse van het (productiedocumentatie)dossier dat de productie van het geconditioneerd afval binnen een bepaalde periode omvat. Mee daarom duurt een traject voor het afleveren van een eerste erkenning langer.”
Nieuwe afvalstromen bij ontmanteling
Wat vormt momenteel de grootste uitdaging voor jou en je team collega’s?
Thomas: “Dat is zonder twijfel het feit dat we in een transitiefase zitten. Er zijn de vijf operationele kernreactoren en de twee die definitief stilgelegd werden: Doel 3 en Tihange 2. Daarbij moeten we dus zowel rekening houden met de erkenningen voor de operationele kernreactoren, als met de nieuwe erkenningen voor het radioactieve afval dat ontstaat in de post-operationele en de ontmantelingsfase. Dat is sowieso al een fameuze spreidstand. En wat daar nog bijkomt zijn de toekomstige acceptatiecriteria en hun implementatie op de sites van Doel en Tihange waar Electrabel nu ook al rekening mee moet houden (zie interview met Christian Cosemans, nvdr).”
NIRAS werd al meteen betrokken bij de stillegging van de eerste kernreactor. Hoe zit het daarmee?
Thomas: “De gewone procedure stelt dat een afvalproducent een erkenningsdossier opstelt voordat het afval geproduceerd wordt, maar er zijn uitzonderingen. Zo vormde de recente chemische decontaminatie van het reactorvat en bijhorende circuits in Doel 3 een speciaal geval. De afvalstromen die eruit zouden volgen waren een ‘first of a kind’ en dus konden we het erkenningsproces nog niet opstarten. Nu het afval er is, karakteriseert Electrabel het afval en starten we de erkenningstrajecten op. Een volgend groot project is de start volgende zomer van de ‘emptying of pools’ in Doel 3. Het afval dat hierbij zal ontstaan is al ’beschikbaar’, de karakterisatie ervan is volop lopende en we starten nu ook met de erkenningstrajecten. Deze projecten helpen NIRAS ervaring op te bouwen hetgeen nuttig is voor gelijkaardige projecten voor Tihange 2 en de volgende reactoren die stilgelegd zullen worden.”
En hoe zit het met de andere erkenningen die nodig zijn tijdens de ontmantelingsfase?
Thomas: “Voor alle andere afvalstromen zijn we nu al aan het kijken waar de uitdagingen zitten om uiteindelijk te komen tot een succesvolle afvoer van het afval naar onze dochteronderneming Belgoprocess. Die voorbereidingen zijn aan beide kanten aan de gang, een groot werk want we spreken toch over een veertigtal afvalstromen, omvangrijk in hoeveelheid en/of complex qua karakterisering. Electrabel heeft al een reeks clusters gemaakt met afvaltypes die gelijkaardige fysicochemische en radiologische karakteristieken hebben. We gaan onder andere kijken welke van die afvaltypes op eenzelfde moment geproduceerd zullen worden, zodat we eventueel erkenningen maximaal kunnen groeperen. Finaal zal elk afvaltype gecoverd moeten zijn door een erkenning, maar door nu al goed vooruit te kijken proberen we dat zo efficiënt mogelijk te doen. Het worden nog boeiende jaren.”