Op vraag van de partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol) laat NIRAS een grootschalige gezondheidsstudie uitvoeren in Dessel, Mol en Retie: de 3xG-studie.
De studie valt uiteen in twee delen: een humane biomonitoring van zo’n driehonderd kinderen en hun moeders, en een vijfjaarlijkse analyse van de ziekte- en sterftecijfers in de regio. Voor de humane biomonitoring ging begin dit jaar een nieuwe onderzoeksfase van start.
“De eerste fase van de biomonitoring vond enkele jaren geleden plaats, bij de geboorte van de kinderen. We peilden toen naar de aanwezigheid van milieuvervuilende stoffen in het navelstrengbloed van de pasgeboren baby’s en in een urinestaal van moeder en kind. Nu de kinderen ongeveer 7 jaar oud zijn, starten we met de tweede onderzoeksfase.”
Carmen Franken, Provinciaal Instituut voor Hygiëne
Grondig medisch onderzoek
Deze keer worden alleen de kinderen onderzocht. “Zij ondergaan een grondig medisch onderzoek”, zegt Franken. “We nemen een staal van het bloed, de urine en het haar van het kind. Die analyseren we vervolgens op een aantal vervuilende stoffen, geselecteerd op basis van rondetafel-gesprekken aan het begin van de 3xG-studie.”
Voorbeelden van die stoffen zijn ftalaten (weekmakers in plastics), perfluor (een waterafstotend product gebruikt in potten en pannen) en zware metalen, zoals arseen.
Daarnaast voeren de onderzoekers enkele klinische metingen uit bij de kinderen, zoals het controleren van lengte, gewicht, buikomtrek, bloeddruk en longfunctie. “Die metingen zijn standaard,” vertelt Franken, “maar de bloedafname is niet verplicht. Als het kind of de ouders niet willen dat we bloed nemen, doen we dat niet. Toch is een bloedname erg interessant. Zo kunnen we bijvoorbeeld de bloedgroep van het kind bepalen.”
“We doen er alles aan om de kinderen tijdens het medisch onderzoek op hun gemak te stellen.”
Carmen Franken, Provinciaal Instituut voor Hygiëne
Kleurige stickers
Hoewel het onderzoek maar een halfuurtje duurt, is het niet voor alle kinderen even evident. “We doen er daarom alles aan om ze op hun gemak te stellen”, zegt Franken. “We werken bijvoorbeeld met een kleurige stickerkaart: na elke test krijgen de kinderen een leuk prentje om op de kaart te plakken. Zo kunnen ze de voortgang van het onderzoek volgen en zijn ze afgeleid van de metingen zelf."
"Tijdens de bloedname kunnen de kinderen naar een filmpje kijken, en na het onderzoek worden ze beloond met een stuk speelgoed en een tienbeurtenkaart voor het Zilvermeer in Mol. Van die laatste beloning kunnen ook de ouders meegenieten.”
Groepsresultaten in 2022
Een half jaar na het onderzoek kennen de ouders de resultaten van hun kind. “Zo kunnen ze kort op de bal spelen als er gezondheidsproblemen worden vastgesteld”, zegt Franken. “De groepsresultaten maken we pas in 2022 bekend, wanneer de tweede onderzoeksfase volledig is afgerond.”
Ook deze keer moeten de resultaten uitmonden in aanbevelingen voor het gezondheidsbeleid in de regio. “Op die manier heeft de 3xG-studie een duurzame meerwaarde voor alle inwoners in de streek.”
Wat is 3xG?
3xG staat voor ‘Gezondheid - Gemeenten - Geboorten’. De studie – een samenwerking tussen de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), de UAntwerpen en het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) – bestaat uit twee delen:
- Humane biomonitoring: zo’n driehonderd kinderen en hun moeders uit Dessel, Mol en Retie worden opgevolgd vanaf hun geboorte tot ze 18 jaar oud zijn. Dat gebeurt onder andere via klinische metingen, bloed- en urinestalen en vragenlijsten. De metingen en de staalnames vinden plaats bij de geboorte en wanneer de kinderen 7 en 14 jaar oud zijn. De stalen worden onderzocht op tal van parameters, die vervolgens worden gekoppeld aan de antwoorden op de vragenlijsten. Zo leggen de onderzoekers de impact bloot van leefmilieu, levensstijl en leefgewoonten op de gezondheid van moeder en kind.
- Vijfjaarlijkse analyse van ziekte- en sterftecijfers: iedere vijf jaar nemen de onderzoekers de cijfers in verband met overlijdens, ziektes, hospitalisaties en aangeboren afwijkingen in de drie gemeenten onder de loep. De cijfers worden vergeleken met de Vlaamse gemiddelden. Als een bepaalde aandoening meer of minder voorkomt dan gemiddeld, kan er gezocht worden naar verklaringen.