Hoe ben je bij NIRAS terechtgekomen?
“Ik werkte als onderzoeker aan de UGent toen ik eind 1999 een jobadvertentie van NIRAS tegenkwam in de krant. Die sprak me meteen aan door de grote maatschappelijke relevantie van de job: bij NIRAS zou ik mijn expertise kunnen inzetten om oplossingen uit te denken voor het radioactieve afval in ons land. Ik schreef me in voor de sollicitatieprocedure en enkele maanden later kon ik aan de slag als veiligheidsingenieur.”
Wat houdt je job precies in?
“Ik volg vooral het laatste wetenschappelijke onderzoek op rond het langetermijnbeheer van radioactief afval. In het begin van mijn loopbaan was ik betrokken bij de veiligheidsstudies naar de berging van de twee soorten afval. Zowel het onderzoek naar hoogactief en/of langlevend afval als dat naar laag- en middelactief kortlevend afval volgde ik op de voet. Enkele jaren later ging ik met een aantal collega’s voltijds werken op het oppervlaktebergingsproject.”
“Ons team is verantwoordelijk voor het veiligheidsdossier. Dat beschrijft alle wetenschappelijke argumenten die de veiligheid van de oppervlaktebergingsinstallatie aantonen op korte en lange termijn. In 2013 dienden we het dossier een eerste keer in bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). Dat gebeurde als onderdeel van de aanvraag van de nucleaire vergunning die NIRAS nodig heeft om de berging te bouwen en daarna te exploiteren. Het betekende de start van een uitgebreide procedure.”