Overslaan en naar de inhoud gaan

De job van ... Séverine Levasseur

Séverine Levasseur werkte een tiental jaar aan universiteiten in verschillende landen, in 2014 vervoegde ze het RD&D-team van NIRAS. Haar opdracht: de verstoringen bestuderen die de geologische berging van hoogradioactief en/of langlevend afval teweegbrengt in het gedrag van het gastgesteente.

Séverine, hoe ben je bij NIRAS terechtgekomen?

“Na tien jaar onderzoek aan de universiteit wilde ik me heroriënteren op de praktische toepassingen van dat onderzoek. Ik wou mijn kennis van bodem- en rotsmechanica ten dienste stellen van een groot project. Daarbij bleek NIRAS - met het project voor geologische berging in diepe kleilagen - een voor de hand liggende keuze.”

 

Wat houdt je job precies in?

“Ik werk voor de dienst Research, Development & Demonstration (RD&D). Meer bepaald in het team dat belast is met het ontwerpen van een geologische bergingsinstallatie voor hoogactief en/of langlevend afval. Mijn werk bestaat uit het bestuderen van de verstoringen die geologische berging teweegbrengt in het gedrag van klei, in het bijzonder de Boomse klei. Dat is een mogelijk gastgesteente voor België.”

"NIRAS is een gerenommeerd kenniscentrum op het gebied van geologische berging. We werken samen met talrijke onderzoekers in de wereld, onder andere in het ondergrondse laboratorium HADES in Mol. Daar onderzoeken we bijvoorbeeld welke invloed het uitgraven van galerijen op grote diepte heeft op het gedrag van de klei. Wat is de thermische impact van afval dat warmte afgeeft op de klei? Wat zijn de mechanismen van de afvoer van gassen door het gesteente, als gevolg van de corrosie van de metalen onderdelen van de bergingsinstallatie?”

“Al deze verstoringen spelen een rol in het gedrag en de evolutie van de bergingsinstallatie op lange termijn. Het is aan ons om aan te tonen dat de integriteit van de installatie behouden blijft.”

Séverine Levasseur (ONDRAF/NIRAS)

In onderzoek en ontwikkeling bestaat er niet zoiets als een typische dag. Mijn werk evolueert voortdurend naarmate de projecten vorderen.

Séverine Levasseur, NIRAS

 

Hoe ziet je werkdag er doorgaans uit?

“In onderzoek en ontwikkeling bestaat er niet zoiets als een typische dag. Mijn werk evolueert voortdurend naarmate de projecten vorderen. Ik verplaats mij tussen mijn kantoor in Brussel, EURIDICE in Mol waar het ondergrondse onderzoekslaboratorium HADES gevestigd is, en de verschillende partnerlaboratoria die met ons samenwerken aan de karakterisering van de Boomse klei.”

“Meer concreet sta ik in voor het bepalen en opvolgen van onderzoeksprojecten en zorg ik voor de integratie van de kennis die we bij die projecten opdoen. Bedoeling is om zo een globaal beeld te krijgen van het gedrag van klei. Mijn collega’s gebruiken die kennis vervolgens om de architectuur van de bergingsinstallatie te optimaliseren of veiligheidsberekeningen uit te voeren.”

“Sinds twee jaar ben ik ook verantwoordelijk voor een onderzoeksproject naar de beweging van gassen in klei, in het kader van het European Joint Programme (EURAD). Die samenwerking binnen een netwerk van internationale deskundigen stelt mij in staat onze kennis over klei te verbreden en mijn werk in perspectief te plaatsen ten opzichte van dat van Europese collega's.”

 

Waar ben je het meest trots op?

“Mijn aankomst bij NIRAS viel samen met de start van het grootschalige verwarmingsexperiment PRACLAY in het ondergrondse laboratorium HADES. Hoogactief afval geeft immers warmte af, waardoor het na berging de klei rond de bergingsgalerijen tijdelijk opwarmt.”

“In het PRACLAY-experiment simuleren we de opwarming van Boomse klei rond een ondergrondse galerij. Dat gebeurt in omstandigheden die zo representatief mogelijk zijn voor die van een echte bergingsinstallatie met afval dat warmte afgeeft. Daarbij houden we gedurende een tiental jaar een hoge temperatuur aan.”

“Tot nu toe toont dit experiment aan dat de diverse verstoringen beperkte effecten hebben op de belangrijkste eigenschappen van de Boomse klei. Die verstoringen treden zowel op bij het uitgraven, bouwen, exploiteren en sluiten van de bergingsgalerij, als bij het vrijkomen van warmte uit het hoogactieve afval. Het is dus een belangrijke stap in het aantonen van de haalbaarheid van een ondergrondse bergingssite. Deelnemen aan dit grootschalige experiment is een unieke kans.”