Samen met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) zorgt NIRAS voor een structurele aanpak van de weesbronnen in ons land. Die aanpak werpt zijn vruchten af: in totaal werden al meer dan duizend weesbronnen gedetecteerd en daardoor op de juiste manier beheerd. Zo worden ze niet verwerkt in het reguliere afvalverwerkingscircuit.
Gewone afvalverwerkingsbedrijven ontdekken soms radioactieve materialen waarvan de eigenaar vaak niet achterhaald kan worden. Bijvoorbeeld verouderde rookdetectors, meetinstrumenten of besmette metalen voorwerpen. Die materialen noemen we weesbronnen. Ze moeten net als ander radioactief afval veilig beheerd worden om risico’s voor mens en milieu uit te sluiten.
Als dienst aan de samenleving organiseert NIRAS het beheer van de weesbronnen via haar afvalbeheersysteem. Haar Insolvabiliteitsfonds financiert dan de karakterisering, ophaling, verwerking, opslag en berging van de bronnen. Het fonds wordt gespijsd met geld van de afvalproducenten. Zo moet de overheid niet opdraaien voor de kosten.
Verplichte meetpoorten
Samen met het FANC zet NIRAS zich al jaren in om de weesbronnen in ons land structureel aan te pakken. Zo zijn bepaalde afvalverwerkingsbedrijven, zoals grote schroothandelaars, sinds 2012 verplicht om meetpoorten te installeren op hun sites.
“Zo’n meetpoort controleert binnenkomend afval op de aanwezigheid van radioactieve stoffen”, zegt Eva Vandersmissen van NIRAS. “Gaat het alarm af, dan wordt het radioactieve object afgezonderd door personeel dat daarvoor speciaal is opgeleid.”
“Afhankelijk van de alarmmelding komt er een expert ter plaatse die is aangesteld door het FANC. Die beslist of een veilige tussenopslag volstaat voor het object, of dat het al dan niet dringend door ons opgehaald moet worden. Zo vermijden we dat radioactieve materialen ongecontroleerd in het afvalverwerkingsproces terechtkomen. Of erger nog: in het milieu.”
Wekkers met radiumverf
De samenwerking met het FANC en de strenge regelgeving werpen hun vruchten af, weet Eva Vandersmissen. “Tussen 2006 en 2021 werden er in totaal duizend weesbronnen gedetecteerd. Het overgrote deel daarvan is afgevoerd en wordt nu beheerd als radioactief afval. Voor een klein aantal weesbronnen was dat niet nodig. Daarvan besliste de aangestelde expert dat ze niet als radioactief afval beheerd moesten worden.”
“Zo’n 95% van de weesbronnen werd aangetroffen bij afvalverwerkingsbedrijven, en dan vooral bij schrootverwerkers. De rest op openbare plaatsen (3%) of bij particulieren (2%). Wat het type weesbronnen betreft, zien we dat het vooral gaat om besmette metalen voorwerpen (26%) en radiumhoudende producten (26%). Denk voor dat laatste aan oude wekkers of horloges waarvan de wijzers bedekt zijn met radiumverf. Het overige deel bestond onder andere uit bliksemafleiders en uraniumertsen.”
Dalende trend
Opvallend: sinds 2017 worden er almaar minder weesbronnen gedetecteerd. De verwachting is dat die trend zich de komende jaren zal doorzetten. Eva Vandersmissen legt uit: “Bepaalde materialen die vroeger in omloop waren in ons land worden vandaag niet meer geproduceerd. De radioactieve bliksemafleiders en de wekkers met lichtgevende radiumverf zijn daar een voorbeeld van.”
“Daarnaast organiseren NIRAS en het FANC jaarlijks ophaalcampagnes voor radioactieve bronnen. Bijvoorbeeld bij scholen of apothekers. Die campagnes zorgen er mee voor dat hun bronnen later niet onverwacht ergens opduiken en als weesbron beschouwd moeten worden.”