In 1982 krijgt NIRAS haar eerste opdracht: het definiëren en uitvoeren van een gecoördineerd, efficiënt en veilig beheerbeleid, op korte en lange termijn, voor al het radioactieve afval dat op Belgisch grondgebied aanwezig is. Het begin van een nieuwe industriële sector en veertig jaar geschiedenis... Op 8 augustus 1980 keurde het Belgisch Parlement een wet goed tot oprichting van een instelling verantwoordelijk voor het beheer van radioactief afval, die later de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) zou worden.
Voor NIRAS: de begindagen van kernenergie
Het begin van kernenergie in België gaat terug tot de jaren vijftig, met de allereerste nucleaire onderzoeksreactor in het Studiecentrum voor Kernenergie SCK CEN in Mol. Al snel groeit het enthousiasme voor kernenergie. De eerste Belgische kerncentrales dateren uit de jaren zeventig. De toepassingen van radioactiviteit en ioniserende stralingen nemen toe en produceren een nieuw soort afval: radioactief afval. Zoals vele andere landen op dat ogenblik, bergt België zijn laagactief afval in zee, meer bepaald in de Noord-Atlantische Oceaan. Een aangepast en streng beheer is echter nodig, om mens en milieu te beschermen tegen de mogelijke hinder van dit afval.
1980: NIRAS wordt opgericht en het graven van het ondergrondse laboratorium HADES begint
Bij de wet van 8 augustus 1980 wordt een instelling van openbaar nut opgericht die verantwoordelijk is voor het beheer van radioactief afval, dat later de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) wordt. Zo moet ze al het radioactieve afval beheren, zowel op korte als op lange termijn, door oplossingen te ontwikkelen en uit te voeren, met eerbied voor de maatschappij en het milieu.
Vervolgens zullen de opdrachten van NIRAS gediversifieerd worden (inventarissen, saneringsactiviteiten, beheer van weesbronnen, enz.).
De bouw van het ondergrondse laboratorium HADES door SCK CEN begint in 1980. Het is het eerste ondergrondse laboratorium dat in weinig verharde klei is gebouwd. De eerste galerij werd in de jaren tachtig handmatig gegraven in bevroren klei. Terwijl het tweede deel van het laboratorium van 1997 tot 2007 volledig met industriële technieken gebouwd werd.
Wetenschappers voeren onder ‘reële’ omstandigheden experimenten uit in een diepe kleilaag, op grote schaal en op lange termijn, om de veiligheid van diepe berging in weinig verharde klei te beoordelen.
1982: NIRAS wordt operationeel!
In 1982 krijgt NIRAS zijn eerste opdracht: het definiëren en uitvoeren van een gecoördineerd, efficiënt en veilig beheerbeleid, op korte en lange termijn, voor al het radioactieve afval dat op Belgisch grondgebied aanwezig is.
1983: België onderschrijft moratorium op de zeeberging van laagradioactief afval
Kort na het Verdrag van Londen sluit België zich aan bij het moratorium op de zeeberging van laagradioactief afval en bevestigt dat andere oplossingen moeten worden ontwikkeld voor het langetermijnbeheer van radioactief afval. Ondertussen organiseert NIRAS de tijdelijke en veilige opslag van dit afval in speciaal daarvoor ontworpen gebouwen op de site van Dessel.
1986: NIRAS staat in voor de voormalige Eurochemic-site en de sanering ervan
NIRAS krijgt versterking van het bedrijf Belgoprocess, dat haar industriële dochteronderneming wordt. NIRAS wordt ook verantwoordelijk voor de vroegere site van Eurochemic, een opwerkingsfabriek voor verbruikte splijtstof in Dessel, en voor de sanering ervan. De uitvoering ervan vertrouwt NIRAS toe aan Belgoprocess. Eurochemic beëindigde zijn activiteiten in 1974. Dit vormt het begin van een lange expertise in het beheer van nucleaire passiva.
Het is ook in 1986 dat de eerste investering van NIRAS werd gedaan: gebouw 150, dat in gebruik werd genomen voor de opslag van laagactief afval.
1987: Een eerste strategisch plan voor een gecoördineerd beleid inzake het beheer van radioactief afval
In 1987 bepaalt NIRAS de strategische lijnen van een gecoördineerd beleid voor al het radioactieve afval voor een periode van 1988 tot 1992. Voor laag- en middelactief kortlevend afval, ook afval van categorie A genoemd, start NIRAS onderzoek naar een beheeroplossing voor het lange termijn: oppervlakteberging.
1989: NIRAS wordt verantwoordelijk voor de sanering van de Waste-afdeling van SCK CEN en publiceert haar eerste onderzoeksrapport over diepe berging
Het in 1987 opgestarte onderzoek naar het project voor oppervlakteberging vormt het begin van een continu onderzoekswerk voor NIRAS. In 1989 publiceert de instelling het SAFIR-rapport, waarin diepe berging, ook wel geologische berging genoemd, van het afval van de categorieën B en C, namelijk hoogactief en/of langlevend afval, wordt bestudeerd.
In datzelfde jaar wordt NIRAS verantwoordelijk voor de sanering van de Waste-afdeling van het Studiecentrum voor Kernenergie SCK CEN in Mol.
1990: Groen licht van de regering voor verder onderzoek naar het beheer van het afval van de categorieën B en C!
Voor het langetermijnbeheer van hoogactief en/of langlevend afval (categorieën B en C) bestudeert NIRAS de mogelijkheid van diepe berging, ook wel geologische berging genoemd. In 1990 geeft de regering NIRAS groen licht om dit onderzoek voort te zetten.
1991: NIRAS wordt verantwoordelijk voor het nucleair passief van SCK CEN
NIRAS is belast met het nucleaire passief van het Studie- en Onderzoekscentrum voor Kernenergie SCK CEN in Mol. Dit zijn buiten gebruik gestelde nucleaire installaties waarvoor onvoldoende middelen beschikbaar waren om ze te saneren en te ontmantelen.
1994: Opening van Isotopolis en publicatie van het rapport 94-04
Het jaar 1994 wordt gekenmerkt door twee belangrijke gebeurtenissen voor NIRAS.
Ten eerste opent het informatiecentrum Isotopolis zijn deuren, wat de voorloper is van het bezoekers- en ontmoetingscentrum Tabloo. Het doel is het publiek te informeren over het beheer van radioactief afval en de rol van NIRAS.
Tegelijkertijd publiceert NIRAS het rapport 94-04, dat de haalbaarheid van oppervlakteberging van laag- en middelactief kortlevend afval bevestigt. De instelling identificeert 98 terreinen die in aanmerking zouden kunnen komen voor deze oppervlaktebergingsinstallatie. De publicatie van dit rapport roept enig verzet op bij de lokale gemeenschappen.
Dit jaar markeert een keerpunt in de aanpak van NIRAS. Van een zuiver technisch-wetenschappelijke benadering zal de instelling overgaan op een meer participatieve aanpak en meer belang hechten aan maatschappelijke aspecten.
1995: oprichting van het economisch samenwerkingsverband ESV PRACLAY
Dit is een economisch samenwerkingsverband tussen NIRAS en SCK CEN. De rol ervan is de exploitatie van het ondergrondse laboratorium HADES waar het onderzoeksprogramma over diepe (geologische) berging van hoogactief en/of langlevend afval in weinig verharde klei wordt uitgevoerd. Dit programma wordt gecoördineerd door NIRAS.
In 1999 werd ESV PRACLAY omgedoopt tot ESV EURIDICE.
1999-2000: Oprichting van de lokale partnerschappen STORA en MONA
Na de publicatie van het rapport 94-04 in 1994 en de reacties die het opriep, beseft NIRAS dat haar aanpak moet veranderen. Ruimte maken voor maatschappelijke actoren in het kader van het beheer van radioactief afval is cruciaal, en NIRAS heeft dat goed begrepen. De lokale partnerschappen STORA en MONA worden opgericht in Dessel en Mol om de bevolking te betrekken bij het project voor oppervlakteberging. Dialoog en gezamenlijk ontwerp zullen de sleutelwoorden van deze samenwerking zijn.
Een ander partnerschap werd in 1998 opgezet met de gemeenten Fleurus en Farciennes in Wallonië (PaLoFF), maar het was geen succes.
2002: Eerste vijfjaarlijkse rapport over de inventaris van de nucleaire passiva (INP)
Om het ontstaan van nieuwe nucleaire passiva te voorkomen heeft de regering bij wet van 12 december 1997 NIRAS belast met de inventarisatie van de nucleaire passiva. Daarom publiceert NIRAS in 2002 het eerste vijfjaarlijkse rapport over de inventaris van de nucleaire passiva. Haar tweede rapport zal in 2007 worden gepubliceerd.
In 2002 wordt een verbindingsgalerij in het laboratorium HADES voor het eerst opgegraven met behulp van industriële technieken!
2006: Beslissing van de regering ten gunste van de oppervlakteberging van categorie A-afval in Dessel
Op 23 juni 2006 geeft de regering groen licht voor de oppervlakteberging van het afval van categorie A op het grondgebied van de gemeente Dessel. In het project wordt rekening gehouden met de voorwaarden die de gemeenten Dessel en Mol stellen voor de aanvaarding van deze oppervlakteberging.
2007: Bouw van de PRACLAY-galerij en voorbereiding van het verwarmingsexperiment
In 2007 gaat het PRACLAY-experiment van start. Hoogradioactief afval geeft warmte af en zal, wanneer het wordt geborgen, de klei rond de bergingsgalerijen tijdelijk doen opwarmen. Het doel van dit grootschalige, langdurige (10 jaar) experiment is om het effect van warmte op de diepe kleilagen te bestuderen, maar ook om de invloed van de uitgravingen op het gedrag van de klei te analyseren. Het R&D-programma van NIRAS gaat de demonstratiefase in.
2010: Het federaal parlement keurt alle aspecten van de financiering van het project voor oppervlakteberging in Dessel goed
De financiering van het geïntegreerde oppervlaktebergingsproject in Dessel wordt gewaarborgd door de wet van 29 december 2010. De wet voorziet in de oprichting van een Fonds op middellange termijn, dat zal worden gebruikt om de uitvoering van de zogenaamde ‘bijbehorende voorwaarden’ te financieren. Deze voorwaarden zorgen ervoor dat het bergingsproject een toegevoegde waarde vormt voor de betrokken lokale gemeenschap.
2011: Publicatie van de Europese richtlijn 2011/70/Euratom en het Afvalplan voor afval van categorieën B en C
Het jaar 2011 wordt gemarkeerd door twee heel belangrijke publicaties. Ten eerste de bekendmaking van de Europese richtlijn 2011/70/Euratom inzake het verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. Deze richtlijn zorgt ervoor dat de lidstaten voorzien in passende nationale regelingen voor een hoog veiligheidsniveau inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, teneinde werknemers en de bevolking te beschermen tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren. Ook de kwestie van de transparantie van de informatie is van cruciaal belang: de richtlijn voorziet in de toegang van het publiek tot de nodige informatie over het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, waarbij rekening wordt gehouden met veiligheidsaspecten en vraagstukken in verband met vertrouwelijke informatie. Ook wordt de nadruk gelegd op de daadwerkelijke deelname van de burgers aan het besluitvormingsproces voor dit beheer.
In datzelfde jaar dient NIRAS haar eerste afvalplan voor B- en C-afval in bij haar voogdijministers. Dit plan bevat alle nodige elementen om een principebesluit te nemen over het beheer van dit soort afval op lange termijn.
2012: NIRAS wordt exploitant van de site van Best Medical Belgium en publiceert de eerste technische inventaris van radioactief afval (IRA3)
Het bedrijf Best Medical Belgium (BMB), gevestigd op de nucleaire site van Fleurus in Wallonië, produceerde radio-isotopen voor de diagnose en behandeling van bepaalde kankers. Het ging failliet in 2012. Sindsdien is NIRAS belast met de sanering en ontmanteling van de niet overgenomen installaties en is daarmee de exploitant van de site geworden. De sanering en ontmanteling van nucleaire installaties vormen altijd een complex en langdurig proces dat in verschillende fasen verloopt. De activiteiten in verband met BMB zouden in 2028 afgerond moeten zijn.
Het eerste technische inventaris van radioactief afval, ook bekend als IRA3, wordt in hetzelfde jaar gepubliceerd. NIRAS is immers niet alleen belast met de inventaris van de nucleaire passiva, maar ook met de jaarlijkse technische inventaris van het huidige en toekomstige radioactieve afval.
2013: Nucleaire vergunningsaanvraag
Om de oppervlaktebergingsinstallatie te bouwen en vervolgens te exploiteren heeft NIRAS zowel een nucleaire vergunning als een omgevingsvergunning nodig. De nucleaire vergunning werd in 2013 aangevraagd en heeft in oktober 2019 al een gunstig voorlopig voorafgaand advies gekregen. Sindsdien is verder gewerkt aan de voorbereiding van de rest van de procedure. De omgevingsvergunning is reeds verkregen.
2018: Laatste transport van geconditioneerd radioactief afval vanuit La Hague
In de periode 1976-1978 werd verbruikte splijtstof van Belgische kerncentrales voor opwerking naar La Hague in Frankrijk gestuurd. Alle afvalcolli van deze opwerkingsoperaties werden vervolgens gerepatrieerd naar België voor opslag in gebouw 136, een speciaal gebouwde installatie op de site van Dessel.
Het laatste transport vond plaats in 2018.
2019: De bouwplaats van Tabloo gaat van start!
In januari 2019 begint de bouw van het toekomstige bezoekers- en ontmoetingscentrum Tabloo. Eind 2019 is de tafelvormige betonnen structuur al zichtbaar aan de horizon op de voor het centrum gekozen locatie. Tabloo, dat ‘tafel’ betekent in het Esperanto, staat symbool voor de jarenlange samenwerking en dialoog tussen NIRAS en de partnerschappen STORA en MONA.
2022: Een jaar rijk aan verwezenlijkingen
Het jaar 2022 wordt gekenmerkt door een aantal belangrijke gebeurtenissen en verwezenlijkingen in de geschiedenis van NIRAS.
In maart 2022 wordt het bezoekers- en ontmoetingscentrum Tabloo officieel geopend. Na twee jaar werk opent het centrum zijn deuren voor het grote publiek. Het publiek ontdekt de interactieve tentoonstelling over het thema radioactiviteit, een primeur in België, maar ook het landschapspark, het speelplein en de wandeling naar de toekomstige oppervlaktebergingssite. Tabloo biedt scholen en groepen ook de mogelijkheid om de wereld van radioactiviteit en afvalbeheer te ontdekken via verschillende workshops, laboratoriumsessies en activiteiten. Tabloo beschikt ook over een theaterzaal, een tentoonstellingsruimte en verschillende polyvalente lokalen. Particulieren, verenigingen en bedrijven kunnen er evenementen organiseren. Tabloo moet een levendige ontmoetingsplaats worden voor de bevolking van de regio en daarbuiten.
In mei 2022 slaat NIRAS haar 70.000ste collo geconditioneerd afval op in Belgoprocess. Een symbolische mijlpaal die ook de expertise van NIRAS in de afvalverwerking illustreert.
Iets later, in juni 2022, viert het ondergrondse laboratorium HADES zijn 40e verjaardag. HADES is het eerste onderzoekslaboratorium in Europa dat in een dergelijke diepe kleilaag wordt gebouwd en is de bakermat van het onderzoek naar diepe berging in België.
Eind september 2022 wordt de reactor Doel 3 stilgelegd. De sluiting van de Belgische kerncentrales zal een nieuwe stroom radioactief afval genereren die NIRAS zal moeten beheren.
Het einde van 2022 wordt gemarkeerd door een belangrijke stap voor NIRAS en België op het gebied van het beheer van hoogradioactief en/of langlevend afval: op 22 november 2022 wordt een koninklijk besluit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het vormt de eerste formele stap naar een Nationale Beleidsmaatregel voor een veilig en verantwoord langetermijnbeheer van hoogradioactief en/of langlevend afval in België. Dit koninklijk besluit bekrachtigt de principebeslissing voor diepe berging op Belgisch grondgebied, zoals aanbevolen door NIRAS, en legt de basis om in een later stadium en binnen een duidelijk kader de uitvoeringsmodaliteiten vast te stellen. Deze zullen geleidelijk worden bepaald tijdens een participatief, transparant en stapsgewijs besluitvormingsproces dat zal leiden tot de keuze van een of meer uitvoeringssites.
Wordt vervolgd...
Het jaar 2023 zal veel uitdagingen met zich meebrengen. Ontdek hieronder meer door het volledige dossier van de 40e verjaardag van NIRAS te lezen!