Overslaan en naar de inhoud gaan
Vorige blog Volgende blog

11 VRAGEN & ANTWOORDEN OVER GEOLOGISCHE BERGING

Render geologische berging

Hoe werkt diepe of geologische berging juist? Zijn er alternatieven? Wat doen andere landen? Over welk soort afval gaat het? En wie gaat dat allemaal betalen? We leggen het je graag uit aan de hand van 11 vragen & antwoorden.

Welke soorten radioactief afval zijn bestemd voor geologische berging?

Het grootste deel van het radioactieve afval zal in een installatie aan de oppervlakte geborgen worden, waar het zo’n 300 jaar van mens en milieu afgeschermd zal worden. Een ander deel van het afval moet tot honderdduizenden jaren afgezonderd worden en is bestemd voor geologische berging. Daarbij gaat het over twee types radioactief afval: laag- of middelactief langlevend afval (categorie B-afval) en hoogactief kort- of langlevend afval (categorie C-afval). Beide types afval zijn voor het grootste deel afkomstig van de ontmanteling van nucleaire installaties (categorie B-afval) en van de productie van kernenergie (categorie C-afval).

voorbeeld afval

Hoe werkt het principe van een geologische berging?

Bij geologische berging wordt het radioactieve afval geplaatst in een ondergrondse installatie achter een hele reeks kunstmatige barrières. Deze installatie wordt gebouwd in een stabiele aardlaag op een diepte van enkele honderden meters. Zo’n bergingsinstallatie bestaat uit een netwerk van ondergrondse horizontale galerijen waarin het radioactieve afval geplaatst wordt. De installatie is bereikbaar via toegangsschachten die eens de galerijen gevuld zijn, volledig afgesloten worden. Het is een passief systeem dat na de volledige sluiting geen verdere actie meer vereist. Wel blijft het voor toekomstige generaties mogelijk om toezicht te houden zolang ze dit wensen te doen.

Veiligheidsfuncties

Hoe wordt de veiligheid van een geologische berging gewaarborgd?

Drie veiligheidsprincipes (afzondering, insluiting en vertraging) zorgen ervoor dat de radioactieve stoffen afgeschermd blijven voor mens en milieu. De dikke geologische laag rond de installatie blijft honderdduizenden jaren stabiel en zondert het afval af van veranderingen aan het aardoppervlak. De diverse kunstmatige barrières rond het afval blijven lange tijd intact en sluiten de radioactieve stoffen in zodat deze zich de eerste duizenden jaren niet verspreiden. Eens er na die periode toch radionucliden vrijkomen, wordt hun verspreiding fel vertraagd door de eigenschappen van het gastgesteente dat als natuurlijke barrière fungeert. Door deze vertraging vervalt het grootste deel van de radioactieve stoffen in de natuurlijke barrière. De kleine hoeveelheid die na tienduizenden tot honderdduizenden jaren uiteindelijk in de biosfeer terechtkomt, is niet meer schadelijk. 

Waarom is langdurige opslag voor hoogactief en/of langlevend afval geen oplossing?

Het hoogactieve en/of langlevende afval moet tot honderdduizenden jaren van mens en milieu afgeschermd worden. Opslaggebouwen aan de oppervlakte bieden geen garantie voor veiligheid op die termijn. De opslaggebouwen hebben een beperkte levensduur van maximum ongeveer 100 jaar en zouden constant vervangen moeten worden. Daarbij weet niemand hoe de maatschappij of de natuur aan de oppervlakte zal evolueren, denk maar aan oorlogen of klimaatveranderingen. Stabiele grondlagen bieden wel zekerheid op heel lange termijn, zij zijn al tientallen miljoenen jaren onveranderd en blijven dat nog geruime tijd.

Zijn er alternatieven voor geologische berging?

Na tientallen jaren onderzoek zijn wetenschappers in binnen- en buitenland het erover eens dat geologische berging de enige veilige eindbestemming is voor het hoogactieve en/of langlevende afval. Wereldwijd zijn de alternatieven voor geologische berging beoordeeld, afgewogen en uiteindelijk verworpen. Ze gaan in tegen internationale afspraken of houden te grote risico’s in. Berging in de zee(bodem), in een ijskap of in de ruimte kunnen bijvoorbeeld niet. Hoewel er vandaag dus geen alternatieven bestaan voor geologische berging, blijft NIRAS met een open blik alle wetenschappelijke ontwikkelingen op de voet volgen.

HADES internal view Het ondergrondse laboratorium HADES, gebouwd 225 meter onder de grond in Mol

Kunnen we niet wachten op toekomstige ontwikkelingen?

Een technologie zoals transmutatie zou een deel van bepaalde langlevende radioactieve stoffen in het afval kunnen omzetten in kortlevende radioactieve stoffen, maar de industriële haalbaarheid moet nog aangetoond worden. Een ondergrondse bergingsinstallatie blijft echter noodzakelijk zowel voor de langlevende radioactieve stoffen die niet in aanmerking komen voor transmutatie, als voor de langlevende restproducten van transmutatie. Transmutatie is ook enkel toepasbaar op gebruikte kernbrandstof, en dus niet voor afval dat al verwerkt is zoals verglaasd, gecementeerd of gebitumineerd afval. Al deze afvalstoffen moeten dan ook op een veilige manier en op lange termijn beheerd worden, wat enkel mogelijk is met diepe berging. Dergelijke geavanceerde nucleaire technologieën kunnen evenwel op termijn bijdragen tot een optimalisering van de geologische berging, bijvoorbeeld door een vermindering van de radiotoxiciteit of van de warmte van het afval. Algemener lijkt het ons ethisch niet verantwoord om de ontwikkeling van een geologische bergingsoplossing uit te stellen in afwachting van eventuele technologische ontwikkelingen. Het is immers aan de generaties die voordeel gehad hebben van de nucleaire toepassingen om te zorgen voor een verantwoord en veilig beheer van het geproduceerde afval. Anders schuiven we het probleem en de beheerlasten gewoon door naar toekomstige generaties.

Heeft België al besloten om voor geologische berging te kiezen?

Europese lidstaten zijn sinds 2011 verplicht om een nationaal beleid vast te leggen voor het beheer van hun radioactieve afval, dus ook voor het hoogactieve en/of langlevende afval. Op basis van een voorstel van NIRAS zette de federale regering de eerste stappen hiervoor in 2022. Sowieso is er een nog een lange weg te gaan. Van een eventuele keuze voor een locatie is vandaag nog geen sprake, het bergingsproject zal hoe dan ook nog tientallen jaren in beslag nemen.

Internal view HADES 1
1 / 2
Internal view HADES 2
2 / 2
Internal view HADES 1
Internal view HADES 2

Voor welke oplossing kiezen andere landen?

Wereldwijd bezitten 26 landen samen bijna 97% van de commerciële kernreactoren. Nagenoeg al deze landen hebben voor het langetermijnbeheer van hun hoogactief en/of langlevend afval al een nationale beleidsmaatregel gekozen: zij opteerden allen voor geologische berging. Sommige landen kozen zelfs al voor een gastgesteente en locatie. Zo gaan Finland en Zweden hun hoogactief en/of langlevend afval bergen in graniet. Finland is bezig met de bouw van de ondergrondse installatie en Zweden heeft de vergunning om met de bouwwerken te starten. Frankrijk en Zwitserland kiezen dan weer voor een berging in klei. Ook andere landen zijn inmiddels gestart met de zoektocht naar een site.

Kunnen we samen met andere landen een berging delen?

Hoewel elk land verantwoordelijk is voor het beheer van zijn eigen radioactief afval, is een samenwerking om een gezamenlijke berging te ontwikkelen en te realiseren niet uitgesloten. In principe zou ons afval dus elders geborgen kunnen worden of zouden wij het afval van een ander land kunnen bergen. Een aantal Europese lidstaten overleggen over gedeelde berging en hebben zich gegroepeerd in de associatie ERDO (European Association for Multinational Radioactive Waste Solutions). NIRAS is lid van de associatie sinds 2023. 

Hoe zit het met het onderzoek naar geologische berging?

Als kenniscentrum werkt NIRAS samen met tal van wetenschappelijke instellingen. Een bevoorrechte partner is SCK CEN, met wie we in Mol het ondergrondse laboratorium HADES exploiteren (op 225 meter diepte). Daar voeren we al 40 jaar toonaangevend onderzoek naar geologische berging. Ook kennisuitwisseling over de landsgrenzen heen biedt een belangrijke meerwaarde, zowel voor technisch-wetenschappelijke als maatschappelijke uitdagingen. Samen met 11 andere Europese landen zetten we verschillende onderzoeksprojecten op via het overlegplatform IGD-TP. Daarnaast neemt NIRAS onder andere ook deel aan het Europese onderzoeksprogramma EURAD of nog aan de internationale conferenties over geologische berging (ICGR) van het OECD Nuclear Energy Agency. 

beeld van het onderzoek in HADES

Wie zal uiteindelijk de rekening voor geologische berging betalen?

De kosten voor de toekomstige berging van het hoogactieve en/of langlevende afval zijn voor de afvalproducenten en de Belgische Staat, als financiële verantwoordelijke van de nucleaire passiva. NIRAS berekent de kosten op basis van een gedetailleerd financieel scenario dat uitgaat van een geologische berging 400 meter diep in kleilagen. De bijdrage wordt berekend op basis van de hoeveelheid afval en de plaats die het zal innemen in de galerijen. Het beheer van de provisies, die de nucleaire exploitanten aanleggen voor de ontmanteling van de kerncentrales en het beheer van bestraalde splijtstoffen, ligt niet in handen van NIRAS maar van Synatom, een dochteronderneming van Engie Electrabel. De controle hierop gebeurt door de Commissie voor nucleaire voorzieningen.